Nieuwsbericht

Let op: nieuw beleid Vpb voor sociaal werk

20 november 2023 | 3 minuten lezen

Graag brengen we je op de hoogte van wijzigingen ten aanzien van de vennootschapsbelasting (Vpb)-plicht voor sociaalwerkorganisaties. Zo is de regel subsidiebesluit versoepeld: sociaalwerkactiviteiten op contractbasis tellen (beperkt) mee voor de toepassing van het subsidiebesluit. Ook is er meer duidelijkheid voor ANBI’s over toepassing van vrijwilligersaftrek (fictieve loonkosten).

Verenigingen en stichtingen zijn over het algemeen Vpb-plichtig, indien en voor zover zij een onderneming drijven. Hiervan is sneller sprake dan men in de praktijk vaak denkt. Van een oogmerk om winst te behalen is bijvoorbeeld al sprake als de instelling met enige regelmaat overschotten behaalt, ook al is in de statuten is opgenomen dat de instelling niet naar winst streeft.

In dit nieuwsbericht attendeerden we je al op de mogelijkheid om te checken of jouw sociaalwerkorganisatie Vpb-plichtig zou kunnen zijn. De afgelopen jaren is er tussen de Belastingdienst, Sociaal Werk Nederland en adviesbureau Juyst regelmatig contact geweest over de Vpb-plicht en de mogelijkheid om vragen hierover centraal voor te leggen bij de Belastingdienst. We lichten graag twee onderwerpen toe waarover het nieuwe besluit van de staatssecretaris van Financiën van 8 augustus 2023 (meer) duidelijkheid heeft verschaft.

Toch geen winststreven op grond van het (nieuwe) subsidiebesluit?
Gesubsidieerde instellingen die exploitatieoverschotten behalen, bleven onder strikte voorwaarden (voormeld in het per 24-8-2023 vervallen subsidiebesluit) buiten de Vpb-plicht, omdat zij door toepassing van het subsidiebesluit geacht werden géén winstreven te hebben. In de praktijk bleek dat instellingen vrijwel nooit aan die cumulatieve voorwaarden zouden kunnen voldoen. Instellingen verrichten de laatste jaren namelijk, naast gesubsidieerde activiteiten, in opdracht van één of meer gemeenten steeds meer dezelfde activiteiten op contractbasis (hierna: subsidiabele activiteiten). Omdat deze activiteiten op contractbasis worden verricht, kon de instelling geen beroep meer doen op (het voldoen aan de voorwaarden uit) het subsidiebesluit, met Vpb-plicht als gevolg.

Hier geeft het besluit van 8 augustus 2023 nieuw beleid over. De staatssecretaris is nu van mening dat de instelling geen winststreven heeft als sprake is van de volgende cumulatieve omstandigheden:

  1. De instelling verricht uitsluitend gesubsidieerde, dan wel gesubsidieerde en subsidiabele activiteiten.
  2. De instelling financiert het totaal van deze activiteiten hoofdzakelijk met subsidies en aanvullend slechts met:
    a. eigen bijdragen van degenen voor wie de instelling de gesubsidieerde activiteiten verricht; en
    b. vergoedingen die op contractbasis worden ontvangen van gemeente(n), eventueel aangevuld met eigen bijdragen van degenen voor wie de instelling deze subsidiabele activiteiten verricht.
  3. De instelling wendt eventueel behaalde overschotten zowel conform de statuten of subsidieregels als feitelijk aan overeenkomstig de subsidiedoeleinden (bestedingsverplichting) of betaalt deze overschotten terug aan de subsidieverstrekker (terugbetalingsverplichting).
  4. De instelling heeft zowel statutair als feitelijk geborgd dat – als daar sprake van is – de inkomsten uit contractfinanciering uitsluitend kunnen worden aangewend voor de gesubsidieerde dan wel subsidiabele activiteiten.

De onder bullet 2b vermelde aanvulling biedt instellingen dus de ruimte om hun activiteiten voor maximaal 30 procent op contractbasis te verrichten. Zou een instelling voor meer dan 30 procent van haar totale omzet activiteiten verrichten op contractbasis, dan is het subsidiebesluit alsnog niet van toepassing en ontstaat mogelijk Vpb-plicht.

De beoordeling of sprake is van deze voorwaarden zal overigens steeds plaatsvinden op het niveau van de gehele instelling en niet op het niveau van de afzonderlijke activiteit(en).

Hoe belangrijk is een goede vastlegging van de inzet van vrijwilligers binnen de stichting?
Als de stichting een Algemeen nut beogende instelling (ANBI) is, kan zij bij het bepalen van de fiscale winst onder bepaalde voorwaarden fictieve loonkosten voor de werkzaamheden van vrijwilligers in aftrek brengen (ook wel bekend als de vrijwilligersaftrek). Hiermee kan Vpb-plicht worden verminderd of zelfs geheel worden voorkomen als daardoor de winsten van de stichting onder de algemene Vpb-vrijstelling vallen.

Een goede registratie van de inzet van vrijwilligers is dus heel belangrijk. In de praktijk wordt vaak uitgesproken dat de ANBI, om de fictieve loonkostenaftrek te kunnen toepassen, haar winst dan wel voor 70 procent of meer moet behalen met vrijwilligers. Deze extra voorwaarde is voor een ANBI echter niet van toepassing en ziet slechts op de zogenoemde SBI (een lichaam dat een sociaal belang behartigt). Dit wordt in het besluit van 8 augustus 2023 bevestigd. Voor een ANBI geldt dus enkel dat de NAW-gegevens van de vrijwilligers geregistreerd moeten worden en de omvang van het aantal uren dat de vrijwilliger als zodanig actief is voor de instelling.

Wil jouw organisatie de Vpb-plicht laten toetsen? Dan kan dat met behulp van de VPB-Toolkit.

Heb je vragen of suggesties, neem contact op met senior adviseur Marcel Mathijssen of, voor Vpb-toetsing, met Hans Delleman of Anne Opbroek van adviesbureau Juyst.