Nieuwsbericht

Preventie in zorgstelsel: stimulerende maatregelen voor samenwerking zorgverzekeraars en gemeenten.

29 maart 2016 | 3 minuten lezen

In 2013 ontwikkelde Zorgmarktadvies in opdracht van de Sociaal Werk Nederland (voorheen de MOgroep) een voorstel over preventie en samenwerking tussen Gemeenten en Zorgverzekeraars: Investeren aan de Voorkant loont (2013). Insteek: om noodzakelijke investeringen in brede preventie en participatie mogelijk te maken. Voorkomen is nu eenmaal beter dan genezen. 

Het bovengenoemde rapport uit 2013 is destijds ook aangeboden aan staatssecretaris Van Rijn door voorzitter Sociaal Werk Nederland Marijke Vos. Nadien zijn er tal van ambtelijke bijeenkomsten geweest over dit thema waarin Sociaal Werk Nederland input leverde. 

Het ministerie van VWS heeft nu met betrekking tot dit onderwerp recent een Kamerbrief verstuurd.

Investeren in sociale preventie vraagt in het uitgewerkte voorstel om structurele samenwerking tussen gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren in een regio gebaseerd op een gezamenlijke visie met een gemeenschappelijk investeringsbudget gevuld vanuit de drie genoemde partijen (elke partij neemt 1/3 de voor zijn rekening). Het voorstel is onderbouwd aan de hand van casuïstiek zoals SamenOud.

De bewindspersonen Schippers en Van Rijn van VWS hebben op 25 maart jl. een Kamerbrief verstuurd over preventie in het zorgstelsel. De bevindingen in de Kamerbrief zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op het werk van het destijds door Sociaal Werk Nederland ingeschakelde buro Zorgmarktadvies.

Sociaal Werk Nederland herkent elementen in de aanpak van VWS uit de voorstellen van Sociaal Werk Nederland (SWN), zoals de bestudeerde casuïstiek, shared savings, visie-ontwikkeling en cofinanciering vanuit verschillende partijen. 

Verschil met de SWN-voorstellen is dat VWS niet overgaat tot vastlegging van wettelijke bepalingen ten aanzien van betrokkenheid zorgverzekeraars, zorgkantoor en gemeenten. Zie de bijlage voor het SWN-groeprapport Investeren aan de voorkant loont

Welke maatregelen zet het ministerie nu in om preventie voor risicogroepen te stimuleren? 

  1. Eerste hulp bij preventie: om onbekendheid met de werking van het stelsels en reeds bestaande mogelijkheden te bestrijden, stelt VWS een digitaal loket & een preventieteam in:
    a). Digitaal loket: partijen kunnen hier terecht voor praktische informatie en concrete vragen over het opzetten van preventie activiteiten voor risicogroepen en de mogelijkheden van structurele borging van preventie vanuit de vijf stelselwetten (Wpg, Zvw, Wmo, Wlz of Jeugdwet): hoe en onder welke voorwaarden kunnen activiteiten worden gefinancierd dan wel bekostigd?

    b. Preventieteam:  er zullen ook vragen naar boven komen waarop geen antwoord te geven via het digitale loket. Denk aan vragen over echt vernieuwende preventie concepten maar ook voor concrete ondersteuning in een specifieke casus. 
     
  2. Faciliteren van het sluiten van preventiecoalities met als doel het realiseren van meer door gemeenten en zorgverzekeraars gezamenlijk gedragen plannen voor preventie activiteiten. De coalities zijn bedoeld om te komen tot een structurele borging van effectieve preventie activiteiten, gefinancierd vanuit de reguliere financiële middelen van gemeenten en zorgverzekeraars.

    Er moet overeenstemming zijn tussen de verzekeraar en de gemeente over de te behalen doelen. Hun gezamenlijk opgestelde plannen omvatten een mix van activiteiten die in samenhang worden uitgevoerd: in kaart brengen van gezondheidsrisico's en bijbehorende risicogroepen, ontwikkeling en organisatie van interventies voor de hele risicogroep (voorlichting, omgevingsinterventies, aansluiting met domeinen zoals welzijn, onderwijs en sport) etc.

    Financiële ondersteuning is alleen mogelijk voor activiteiten die niet behoren tot de aanspraken en voorzieningen uit de vijf wetten maar die wel noodzakelijk zijn om het project van de grond te krijgen. Het gaat dan om kosten voor samenwerking en/of coördinatie. Financiële ondersteuning is voorts alleen mogelijk op basis van cofinanciering door gemeente en zorgverzekeraar (uit eigen middelen) waarbij het rijk maximaal 1/3 deel bijdraagt. Een belangrijke voorwaarde is dat de activiteiten zichzelf uiteindelijk in stand kunne houden, bijvoorbeeld op basis van afspraken over shared savings. De financiële ondersteuning voor maximaal vijf jaar. VWS verkent momenteel de wijze waarop ze dit organisatorisch gaan regelen. 
     
  3. Evaluatie: de genoemde maatregelen worden voor vijf jaar ingezet. Na drie jaar wordt een evaluatie ingezet om te bezien of er inderdaad meer preventie activiteiten en resultaten gerealiseerd zijn. 

Sociaal Werk Nederland houdt u op de hoogte zodra concrete organisatorische stappen worden gezet.