Blog

De Utrechtse spagaat

Hoe kun je gekortwiekt verder zonder vleugellam te raken? Voor die vraag staan welzijnsorganisaties in Utrecht, nu de gemeente het welzijnswerk in de stad heeft aanbesteed en opgesplitst in ondermeer centrale hulpverlening en wijkgerichte sociaal makelaar
Marijke Vos
3 september 2015 | 2 minuten lezen

Hoe kun je gekortwiekt verder zonder vleugellam te raken? Voor die vraag staan welzijnsorganisaties in Utrecht, nu de gemeente het welzijnswerk in de stad heeft aanbesteed en opgesplitst in ondermeer centrale hulpverlening en wijkgerichte sociaal makelaars. Dat alles onder het motto ‘vernieuwend welzijn’.

Tegelijkertijd heeft de gemeente zelf het technische beheer van alle buurt- en welzijnspanden ter hand genomen. Dat beheer lag eerst in de buurten, bij de daar actieve welzijnsorganisaties. Tot volle tevredenheid van iedereen. Hoe werkt dat in de praktijk? Op de elfde van de elfde was ik te gast bij welzijnsorganisatie Doenja. Op Kanaleneiland bezocht ik een speeltuin, sprak ik met een sociaal makelaar en met bewoners die een buurthuis gaan runnen. Wat blijkt? De nieuwe welzijnsstructuur botst met het streven naar méér initiatieven dichtbij en vanuit bewoners. Vooral het centrale gebouwenbeheer blijkt een hindernis: ingewikkelde aanvraagformulieren, stroperigheid en nieuwe regels als ‘een groep die een avond organiseert mag deelnemers geen koffie serveren, want dan is het een horecavoorziening’. De sociaal makelaar is kostbare tijd kwijt aan het vullen van de gaten tussen beheer en bewoners. Dus wat wil Utrecht nou echt bereiken? Hoe valt centraal gebouwenbeheer en het opknippen van soorten hulp te rijmen met eigen regie van burgers en buurten, met participatie en activering, met integraal werken dicht bij bewoners? Over de zin van welzijnswerk anno 2013 ging het ook op de vier regiobijeenkomsten van de MOgroep. ‘Terug naar de bedoeling van ons werk’ was de boodschap van Wouter Hart, schrijver van Verdraaide Organisaties (co-auteur Marius Buiting). Een glasheldere boodschap met grote gevolgen. Onder druk van opdrachtgevers is standaardisatie de trend in Welzijnsland, inclusief SMART-doelen en resultaten die aantoonbaar kostenbesparing opleveren. Terwijl de samenleving steeds complexer wordt en juist vraagt om variatie in aanpak en oplossingen. ‘Nodig zijn ruime kaders waarbinnen je een proces van wijsheid organiseert,’ zei Wouter Hart. Een proces van wijsheid, primair ingegeven vanuit de bedoeling, niet vanuit wetten, regels en structuren. Van het systéém als anker naar de bedóéling als kompas. Waarom doe je je werk? Voor wie? Inspirerend. Bij Doenja zijn ze daar al mee begonnen. In hun proces van wijsheid vinden ze creatieve oplossingen. Neem de nieuwe regel ‘dat je in een pand met welzijnsbestemming geen activiteiten mag houden waarvoor de organiserende groep entreegeld vraagt’. Doenja’s antwoord: in een eigen pand dat niet onder het gemeentelijke centrale beheer valt, zet de buurt een wijkcoöperatie op. Actieve bewoners voeren als sociaal ondernemers de regie, ondersteund door Doenja. Voor sociaal ondernemer Gabriëlla een droom die werkelijkheid wordt: een gebouw van de buurt, waar iedereen zich thuis voelt en iets nieuws van de grond kan tillen. Die spannende aanpak maakt me ontzettend nieuwsgierig: hoe gaat het werken, wat zijn de cruciale voorwaarden voor succes? Want dat is pas echt vernieuwend welzijn: niet een nieuw systeem optuigen, maar buurtbewoners de ruimte geven om met wat hulp hun eigen plannen uit te werken.

November 2013 Marijke Vos,
voorzitter MOgroep