Nieuwsbericht

Schone energie voor iedereen: sociaal werk en provincie samen de wijk in

Chris Bos
21 december 2021 | 4 minuten lezen

Sociaalwerkorganisaties en provincies komen elkaar niet dagelijks tegen. En dat is eigenlijk jammer, want zeker voor de transitie van fossiele naar schone energie voor iedereen kunnen ze veel aan elkaar hebben. Met als hamvraag: ‘Hoe bereik je ook de mensen met een smallere beurs die echt wel iets anders aan hun hoofd hebben dan zonnepanelen of warmtepompen?’

‘We hebben al eerder ingezien dat niet iedereen evenveel profiteert van de energietransitie. De kosten en baten ervan worden niet automatisch gelijkelijk verdeeld,’ aldus Bas Leurs, procesadviseur energietransitie bij de Provincie Zuid-Holland. ‘Dat bleek ook uit onderzoek dat TNO voor ons heeft gedaan. Op verzoek van Provinciale Staten hebben we in 2020 twaalf pilots mee helpen uitvoeren om daar iets aan te doen. Die pilots hebben we begin 2021 geëvalueerd. Een belangrijke conclusie is dat je alleen tot een “inclusieve” energietransitie kunt komen als je mensen en organisaties aanhaakt die goed thuis zijn in de wijken met minder draagkrachtige bewoners. Een inclusieve energietransitie betekent dat óók deze mensen eraan mee kunnen doen. Daarvoor heb je onder meer welzijnsinstellingen en sleutelfiguren nodig. Zo kwamen we in eerste instantie uit bij de beroepsvereniging van sociaal werkers (BPSW) en vervolgens bij Sociaal Werk Nederland.’

Het is inderdaad een vak apart om in contact te komen met mensen die zeker in tijden van toeslagenaffaires weinig vertrouwen hebben in overheidsorganisaties, stelt Edwin Luttik, senior adviseur bij Sociaal Werk Nederland. ‘Bovendien zijn onze leden en hun sociaal werkers al gewend om daarbij samen op te trekken met andere partijen in de wijk: woningcorporaties, huurdersverenigingen, buurtteams et cetera. Ik ben rond gaan bellen om te horen welke lidorganisaties al iets deden op het gebied van de energietransitie. Die in Zuid-Holland willen Bas en ik nu verknopen met de initiatieven van de provincie. Bovendien gaan we leden die er nog níét mee bezig zijn informeren over mogelijkheden en kansen rond dit thema.’

Vandaar het plan voor een drietrapsraket. Bas Leurs: ‘Mensen uit de “systeemwereld” kunnen niet zonder sleutelfiguren in de wijk die mensen vertrouwd maken met de komst van de energietransitie. Die sleutelfiguren moeten bewoners laten inzien dat ze er zélf ook iets aan hebben, bijvoorbeeld omdat een duurzame woning samengaat met een lagere energierekening, maar ook met minder tocht, minder schimmel en dus méér comfort en een betere gezondheid. Dat betekent wel dat die sleutelfiguren zelf eerst doordrongen raken van wat er allemaal staat te gebeuren en daar ook bij helpen. Een mooi voorbeeld is de pilot waarin energiecoaches energielessen hebben gegeven aan sociaal werkers. Die kunnen nu op hun beurt simpele tips geven aan bewoners (“zet je bank niet voor de radiator”) of hen bij complexere kwesties in contact brengen met experts.’

Smeltende ijskappen
Maar sociaal werkers dienen niet alleen om de energietransitie te laten slagen in wijken waar de energietransitie niet echt het gesprek van de dag is, stelt Edwin Luttik. ‘Mensen daar moeten dagelijks dealen met krappe woningen, huurverhogingen, schulden, gezondheidsproblemen, taalachterstanden of de ineens snel stijgende prijzen. Die hebben wel iets anders aan hun hoofd dan de smeltende ijskappen. Wat dan helpt is bijvoorbeeld wat ze bij Diverz in Zwijndrecht hebben gedaan: Syrische vrouwen opleiden tot energiecoaches die mensen in hun eigen taal kunnen wijzen op de voordelen van energiebesparing. Of wat ze doen bij Duurzaam Den Haag: mensen zonder baan trainen voor een betaalde job als adviseur in schimmelvraagstukken. Dan gaan de woningen erop vooruit en de adviseurs zélf ook.’

Leeft ook bij de provincie de gedachte dat een inclusieve energietransitie onderdeel moet zijn van een brede wijkaanpak? Bas Leurs: ‘Zeer zeker. De vraag is alleen hoe je daar handen en voeten aan kunt geven. We werken hier nu aan vanuit de energietransitie, dat is onze aanvliegroute, maar we beseffen dat verbetering in de wijk zit in de mogelijkheden om de energietransitie te koppelen aan gezondheid, participatie en meedoen, werkgelegenheid en ontplooiing. We doen mee in zo integraal mogelijke wijkaanpakken, leren daarvan en delen de lessen.’

Pure winst
Hoe zit het trouwens met de relatie tussen de provincie en gemeenten op dit punt? Bas Leurs: ‘De gemeente is lokaal de regisseur van de energietransitie. Die rol hebben ze gekregen en die pakken ze ook. Wat wij als provincie willen bijdragen is gemeenten samenbrengen, zodat ze van elkaar kunnen leren: wat werkt goed, wat kun je beter niet doen. Bovendien kunnen we die kennis delen met andere provincies en met het Rijk. Dat is de verbindende rol die provincies goed ligt. Wat is nodig om goede voorbeelden sneller navolging te laten krijgen?’

Sociaalwerkorganisaties hebben doorgaans vooral te maken met gemeenten. Edwin Luttik: ‘Dat zijn de opdrachtgevers van veel sociaalwerkorganisaties. Maar het is mooi dat ook de Provincie Zuid-Holland nu de sociale kant van de energietransitie oppakt en partijen verbindt, dat is pure winst. Hoe meer overheden het belang van sociaal werk zien, hoe beter. Want ook bij het realiseren van een inclusieve energietransitie kan het sociaal werk een prachtrol vervullen. Daarvoor zijn wel dringend extra sociaal werkers nodig. Net als de zorg kampt het sociaal werk met een groeiend personeelstekort. Vooral opbouwwerkers en jongerenwerkers zijn nu al nauwelijks te vinden.

Te gemakkelijk vergeten
Een van de ontdekkingen van het afgelopen jaar is wat Bas Leurs betreft de meerwaarde van samenwerking tussen “harde” en “zachte” sectoren. ‘Het sociale domein wordt te gemakkelijk vergeten in de energietransitie. Niet zo gek, want kilogrammen CO2 en euro’s kun je tellen, maar sociaal welzijn? Door er op wijkniveau mee aan de slag te gaan, hebben we gemerkt hoe belangrijk die component is. En bovendien dat “best persons” daarbij veel belangrijker zijn dan “best practices”. Het gaat om gedreven sleutelfiguren, zowel in de wijken als binnen de samenwerkende organisaties.’

Dat ook provincies zich inzetten voor een inclusieve energietransitie was voor Edwin Luttik een eye opener. ‘Ik ben blij verrast door hun ambities en de manier waarop ze die proberen te verwezenlijken. En helemaal als ze die zo nadrukkelijk in hun coalitieakkoord hebben vastgelegd als Zuid-Holland. Dat maakt hen tot een interessante partner. Heel leerzaam.’

Lees ook: