Nieuwsbericht

Het kpi-model voor sociaal werk nadert de pilotfase

Chris Bos
22 februari 2021 | 4 minuten lezen

Het kpi-model spreekt het meest tot de verbeelding van leden, merkt Eva Brouns, projectleider van het dataprogramma van Sociaal Werk Nederland. ‘Daarover heb ik van meet af aan de meeste vragen gekregen. Desgevraagd antwoorden mensen dat ze ook graag mkba’s willen, maar het lijkt erop dat vooral het kpi-model de harten sneller doet kloppen als het gaat om meten en verantwoorden.’

Tegelijkertijd is juist het bouwen van een kpi-model een complexe en bewerkelijke aangelegenheid, met steeds weer zowel nieuwe zandbanken als onverwachte doortochten. Eva Brouns: ‘Ik laveer vaak tussen euforie en wanhoop.’
Toch ligt de bouw aardig op schema. ‘In januari hebben we de ontwerpfase afgerond en zijn we de validatieperiode ingegaan, te beginnen met een bijeenkomst met de klankbordgroep van leden. Zij hebben feedback geleverd op het ontwerp en de externe adviseurs zijn die aan het verwerken in het “prototype”.

Oproep
Ook de vijf grootste leveranciers van registratiesystemen hebben inmiddels commentaar geleverd. Eva: ‘Zij zitten er heel constructief in en willen graag meedenken. Ze zijn blij dat dit initiatief vanuit de sector is gekomen. Technisch gezien zien ze vooralsnog geen heel grote obstakels, al wordt het wel een uitdaging om de definities van de kpi’s nog scherper te krijgen. En dat is echt nodig, want het moet straks glashelder zijn wat je er wél en níét mee meet, al was het maar omdat je anders organisaties niet met elkaar kunt vergelijken. En wat doe je met de indicatoren die je hebt uitgekozen, maar waarover je momenteel nog geen gegevens verzamelt? Waar haal je dan de benodigde data vandaan? En kan dat via hun registratiesystemen of niet?’

Binnenkort volgt nog een soortgelijke feedbackbijeenkomst voor gemeentelijke beleidsambtenaren. ‘Daarvoor hebben we al vijftien aanmeldingen. Maar mocht iemand van een lidorganisatie nog een gemeentelijke beleidsambtenaar van wie we interessant commentaar op ons ontwerp kunnen verwachten, dan houd ik me zeker aanbevolen. Het draagvlak bij gemeenten kan me niet breed genoeg zijn!’ (brouns@sociaalwerk.nl)

En dan de pilot
Vanaf april tot en met december gaat dan de pilot draaien. Circa tien sociaalwerkorganisaties doen eraan mee. ‘Grote en kleinere. Parallel aan hun eigen registratie gaan ze het nieuwe kpi-model bijhouden. Dat gebeurt handmatig in een online portaal dat Sociaal Werk Nederland daarvoor laat bouwen. En ja, dat is dubbel werk, maar dat is helaas onvermijdelijk, omdat we niet willen dat organisaties al in de pilotfase aanpassingen moeten doen aan hun eigen software. Dat kost immers tijd en geld.’

Begin volgend jaar worden alle ervaringen uit de pilot gebundeld om het kpi-model te kunnen vervolmaken en vervolgens aan te bieden aan lidorganisaties. ‘Dan moeten we ook nog eens terdege aandacht besteden aan kwesties als: hoe moet je als organisatie omgaan met dit model? Waarvoor kun je het goed gebruiken en waarvoor beslist niet? Want er zijn immers opbrengsten in deze sector zaken die je niet één op één kunt kwantificeren. Je kunt niet zeggen: twee uur jongerenwerk levert dit en dat op. Dat gaat ook niet uit dit model komen. Het is toch vooral een monitoringsinstrument, bedoeld om het gesprek te voeren, intern en extern. Dus staar je niet blind op de kale cijfers, maar let meer op trends en trendbreuken.’

Onderhandelingen
En nog iets: ‘Het kpi-model is een soort bibliotheek: je pikt er een aantal kpi’s uit die je interessanter lijken dan andere. Maar hoe maak je die keuze? Ik ben nu met de externe adviseurs aan het overleggen hoe we de kennisoverdracht over dergelijke zaken gaan doen, dus van adviseurs naar gebruikers. Je wilt niet dat iedere sociaalwerkorganisatie daar honderden euro’s voor moet neerleggen.’

Los daarvan gaat het welslagen van het model afhangen van de registratiebereidheid en vaardigheid van de medewerkers in de sector. Eva: ‘En wat je je ook nog kunt afvragen: als we wel precies zouden weten wat werkt en wat niet: zouden we dan andere keuzes maken? Is de manier waarop we sociaal werk binnen onze verzorgingsstaat hebben ingericht niet in wezen een ideologische keuze? Wat voor samenleving wil je zijn? Maar dat is meer iets voor als straks de cafés weer open zijn.’

De mkba-collectie
Dan de tweede pijler van het dataprogramma: het overzicht van mkba’s dat in de maak is. Eva: ‘De onlangs verschenen spraakmakende meta-analyse van mkba’s is wel een steun in de rug omdat het de meerwaarde van sociaal werk aantoont, maar verder staat het los van wat wij doen. Wij bouwen aan een website à la instrumentwijzer.nl, waarop we op basis van mkba’s succesvolle aanpakken aanbieden.’
Daarvoor zijn er nu tien geselecteerd. ‘Alle takken van sociaal werk zijn erin vertegenwoordigd. Jongerenwerk, ouderenwerk, schuldhulp, noem maar op.’

Het functioneel ontwerp voor die website is klaar. ‘We gaan nu eerst een gebruikerstest doen bij de leden, via een quickscan naar de wenselijkheid en het verwachte gebruik van die website; om in te schatten of het de investering waard is. Als dat zo is, kan de websitebouwer aan de slag. Dat moet leiden tot een testmodel. Blijkt dat een schot in de roos, dan kunnen we de website verder vullen met mkba’s, zodat het een gestaag uitdijende collectie wordt. We hebben er al 35 opgehaald, dus we kunnen er in ieder geval nog 25 aan toevoegen.’

De sociale MBA
Tot slot de sociale MBA, die het medewerkers van sociaalorganisaties makkelijker moet maken om met kpi’s en mkba’s aan de slag te gaan. ‘Met de ledenwerkgroep hebben we de randvoorwaarden ervoor bepaald. Het moet een modulaire opleiding zijn. Met onder meer een module over de analytische vaardigheden die je nodig hebt voor het interpreteren van data en een module over soft skills als profilering, sales, marketing, relatie- en netwerkmanagement.’

Ook is besloten dat de leergang is bedoeld voor medewerkers die al een tijdje meedraaien in de sector en ambitie hebben om een volgende stap te zetten. ‘We koersen op een praktijkgerichte opleiding op hbo-niveau. Zonder harde toelatingseis, maar we willen wel met een assessment werken, ook omdat we dan groepen kunnen creëren van min of meer hetzelfde niveau.’

Het plan is om de leergang af te sluiten met een examen. ‘Je wilt immers dat het ook echt iets zégt als iemand de MBA succesvol heeft afgerond. Alleen dan heeft het toegevoegde waarde voor bijvoorbeeld gemeenten, maar ook voor Sociaal Werk Nederland en Verdiwel.

Maar volledigheidshalve een disclaimer: ‘Dit alles is slechts een voorstel van de werkgroep. De bal ligt nu bij het bestuur van Sociaal Werk Nederland.’

Op 10 maart van 15 tot 16 uur houdt Eva Brouns weer een sprintreview over de vorderingen van het dataproject. Meld je aan via deze link.