Nieuwsbericht

‘Ik verwacht oprecht dat we met dit kpi-model iets heel moois in handen krijgen.’

‘Sinds corona ziet heel Nederland inmiddels hoe belangrijk sociaal werk is. Dat is mooi, maar als straks iedereen is ingeënt krijgen we van sommige gemeenten ongetwijfeld weer de vraag: moet dat sociaal werk wel echt een miljoen per jaar kosten of kan het ook wel voor zes ton? Directeuren van sociaalwerkorganisaties die ik spreek zien die bui al hangen. “Daar moeten we een goed antwoord op hebben,” zeggen ze. Dit kpi-model is in ieder geval een déél van dat antwoord.’

Lex Staal (directeur Sociaal Werk Nederland) is opgetogen over de vorderingen van het nieuwe dataprogramma van de brancheorganisatie. ‘Ik hoor al jaren van onze leden dat ze zitten te springen om harde cijfers over de opbrengst van sociaal werk. Dit programma zet daar volop op in, en de bouw van een eigen kpi-model is daarvan een belangrijke eerste stap. Daarmee kunnen we onze prestaties op een objectieve, transparante manier meten en uitdragen. Desgewenst kunnen organisaties zich ook met elkaar vergelijken, al dan niet geanonimiseerd.’

Waarom een éígen kpi-model?
‘We zijn nu eenmaal een sector met een aantal bijzonderheden. We hebben bijvoorbeeld meer vrijwilligers dan professionals. We hebben veel collectieve diensten en voorzieningen. In bestaande kpi-modellen kun je dergelijke aspecten onvoldoende meenemen. Daarom kiezen we voor een kpi-model dat aansluit bij het gedachtengoed van sociaalwerktools die we al eerder hebben ontwikkeld, zoals het beroepscompetentieprofiel van de sociaal werker en het Kwaliteitslabel Sociaal Werk. We beginnen dus niet bij nul, en ook dit wordt weer iets ván en vóór de sector. Daarom hebben we ook al in een vroeg stadium een ledenwerkgroep ingericht. Zij maken het kpi-model, met begeleiding van een gespecialiseerd adviesbureau.’

Wat gaat het betekenen voor de interne organisatie van leden die ermee gaan werken?
‘Nogmaals: hoe meer leden ermee werken, hoe groter de bewijslast voor de branche. Feitelijk zou ieder lid met de kpi’s aan de slag moeten gaan. Dus we bouwen aan een model dat leden qua implementatie niet voor grote technische problemen stelt. Als je voor je administratie met een bepaalde softwareleverancier werkt, moeten die het kpii-model kunnen inbouwen. En dat moet dan niet alleen gelden voor de twee grootste leveranciers, maar echt voor de meeste registratiesystemen. Ook daar ziet de ledenwerkgroep op toe; bovendien willen we softwareproducenten aanhaken als het model in de testfase zit.

Kpi’s: wat zijn het eigenlijk?
Eva Brouns, projectleider kpi-model bij Sociaal Werk Nederland: ‘Kritieke Prestatie-Indicatoren zijn indicatoren die aangeven of het overkoepelende doel behaald gaat worden of niet. Kpi’s zijn dus knoppen waar je aan kunt draaien om dit doel te behalen. Maar kpi’s zijn geen doel op zich. Dat is belangrijk, omdat gemeenten niet allemaal dezelfde doelen nastreven.
Bijvoorbeeld: op het gebied van armoedebestrijding kan “het aantal mensen dat een schuldregeling krijgt” een kpi zijn. Het doel waaraan deze kpi is opgehangen is dan bijvoorbeeld “mensen hebben grip op hun financiën”. Maar de ene gemeente wil misschien dat dat aantal omhoog gaat (dat meer mensen worden geholpen), terwijl de andere juist wil dat het omlaag gaat (minder mensen hebben een schuldregeling nodig). In beide gevallen is de kpi gerechtvaardigd, maar de uitwerking is anders.
Een kpi is dus vooral een instrument om het gesprek aan te gaan met de opdrachtgever, en de wederzijdse wensen samen te bespreken. En dat gesprek moet je dus wel voeren met je gemeente, anders wordt het een afrekeninstrument in plaats van een hulpmiddel voor emanciperend sociaal werk.’

Hoeveel tijd gaat het organisaties kosten?
‘Dat kan ik nu nog niet in uren uitdrukken, maar allicht zal het niet van de ene op de andere dag ingeregeld zijn. Anderzijds helpt het je vervolgens om bijvoorbeeld voorafgaand aan contractbesprekingen sneller en beter aan te geven wat je voor de financier en zijn doelgroep gaat betekenen. Dus stel dat je gaat “werken aan een gezonde wijk”, hoe preciseer je dat dan? Bijvoorbeeld zo: het effect van de inzet van een bepaalde aanpak door sociaal werkers zou moeten blijken uit bijvoorbeeld minder doorverwijzingen naar gespecialiseerde jeugdzorg of de ggz, of juist een stijging van het aantal vrijwilligers in de buurt of het welzijn van cliënten.’

En hoeveel geld?
‘We ontwikkelen dit kpi-model binnen het dataprogramma waar onze leden om hebben gevraagd. Dat wordt betaald vanuit ons investeringsfonds en met het geld dat tot voor kort naar de benchmark ging. Dit nieuwe instrument komt daar immers voor in de plaats. De ontwikkelkosten worden dus gedragen door de vereniging; ik verwacht niet dat de implementatie ervan erg kostenverhogend zal werken op de huidige administratieve lasten van sociaalwerkorganisaties. Los daarvan betaalt de implementatie zich op termijn uit omdat naar verwachting gemeenten straks het liefst in zee gaan met organisaties die met kpi’s kunnen onderbouwen dat ze het welzijn verhogen en zorgkosten voorkómen. Gemeenten zélf zijn immers ook druk bezig met verantwoordingsvragen: hoe kunnen we laten zien dat we belastinggeld doelmatig uitgeven? Daarom hebben we ze al ingeschakeld en krijgen ze ook een rol bij de toetsing en validering van ons kpi-model.’

En wat betekent het voor sociaal werkers?
‘Wat we in ieder geval níét willen is dat ze straks met smartwatches rondlopen om vast te stellen hoeveel tijd ze besteden aan een bepaalde taak. Ze moeten niet het gevoel krijgen dat ze ineens dingen moeten registreren die voor henzelf geen betekenis hebben.  Maar ik denk wél dat iedereen in onze sector zich prettiger voelt als zij of hij ook cijfermatig meer zicht heeft op het effect van zijn werk. Ik hoor nog te vaak van sociaal werkers en hun bestuurders dat ze hun werk moeten verdedigen tegenover de buitenwacht. Het zal hen zeker helpen als ze op zulke momenten kunnen aantonen wat de inspanningen van hun organisatie en de werksoort als geheel de gemeenschap opleveren. En dan niet alleen met aansprekende casussen, dat kunnen we wel, maar ook met feiten en cijfers over welzijn en besparingen, op individueel en collectief niveau.’

Wat heeft de branche eraan?
‘Ik vind eigenlijk dat het werken met dit kpi-model voor iedereen die lid wil zijn van Sociaal Werk Nederland even vanzelfsprekend moet zijn als het volgen van de cao. Als we echt willen uitstralen dat we een cruciale sector zijn, moeten we dat kunnen onderbouwen met cijfers. Alleen dan kunnen we landelijk antwoord geven op de vraag: waar zit nu de aantoonbare meerwaarde van sociaal werk?
Sociaalwerkorganisaties kunnen datzelfde doen bij hun gemeenten. En bínnen je organisatie kun je profiteren van het benchmarkeffect van het kpi-model. Het geeft je een actueel zelfbeeld, maar zet ook aan tot deskundigheidsbevordering. Een voorbeeld? Een organisatie kan zeggen: de manier waarop wij jongerenwerk uitvoeren levert weliswaar iets op, maar de manier waarop ze dat bij organisatie X doen, heeft aantoonbaar méér effect. Wat vinden we daarvan?
Dat is precies het mooie van het kpi-model: het kan op heel veel fronten helderheid bieden. Dat kan fors bijdragen aan verdere professionalisering van de sector. Inhoudelijk, maar ook bedrijfstechnisch. Het gaat immers over effecten én efficiëntie. Ik hoop dat ik niet al te veel als een jubelende profeet klink, maar ik verwacht oprecht dat we met dit kpi-model iets heel moois in handen krijgen.’

De introductie van het inmiddels veelgeprezen Kwaliteitslabel Sociaal Werk verliep aanvankelijk nogal stroef. Zal dat met het kpi-model ook zo gaan?
‘Dat lijkt me niet. De branche is inmiddels verder als het gaat om het erkennen van kwaliteit en vakmanschap. En trouwens: inmiddels staat het Kwaliteitslabel als een huis. Ruim honderd leden hebben het omarmd en steeds meer gemeenten nemen het voeren van ons kwaliteitslabel op in hun aanbestedingscriteria of subsidievoorwaarden. En andere branches kloppen regelmatig bij ons aan omdat ze ook zoiets willen.
Los daarvan denk ik dat de koudwatervrees bij dit kpi-model minder zal zijn. Het kan een ideale partner zijn voor storytelling in een uitgebalanceerd gesprek met gemeenten. Je kunt wel bloemrijk vertellen, maar aan het eind van de rit willen ze ook weten welk prijskaartje er aan het boeket hangt.’

Dan nog de hamvraag. Wanneer kunnen organisaties ermee aan de slag?
Het kpi-model als onderdeel van het dataprogramma moet in ieder geval bedrijfsklaar zijn in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022, zodat organisaties dan lokaal bij de politiek kunnen laten zien dat sociaal werk loont en dat je dat effect kunt méten. Maar we willen begin maart 2021 al een eerste “papieren” versie klaar hebben, dat we na de komende Tweede Kamerverkiezingen kunnen gebruiken in onze lobby bij de coalitiebesprekingen voor een nieuw kabinet.’

En wat kunnen leden nu al bijdragen?
‘Zoals gezegd is er een actieve ledenwerkgroep die meedenkt, maar we hebben ook nog organisaties nodig die pilots willen draaien of koploper willen zijn als het gaat om de implementatie. Die nodig ik van harte uit om zich te melden bij projectleider Eva Brouns: brouns@sociaalwerk.nl.’

Chris Bos
15 december 2020 | 1 minuut lezen

Directeur Lex Staal over het kpi-model dat een ledenwerkgroep van Socaal Werk Nederland bezig is te ontwikkelen. Een eerste versie is naar verwachting klaar in maart 2021.