Nieuwsbericht

Onderzoek: sociaalwerkorganisaties in de overlevingsstand

31 januari 2024 | 3 minuten lezen

Sociaalwerkorganisaties verkeren financieel in zwaar weer, omdat de stijgende kosten onvoldoende worden gecompenseerd. Een kwart van de organisaties maakt verlies, twee derde ziet zich gedwongen te snijden in het personeelsbestand. Juist nu de verwachtingen van het sociaal werk hooggespannen zijn op maatschappelijke opgaven als preventie, participatie en samenlevingsopbouw. Dit blijkt uit het vandaag verschenen onderzoek ‘Meer overleven dan innoveren’ naar de indexering van Wmo-contracten door gemeenten, uitgevoerd door Bureau Bartels in opdracht van Sociaal Werk Nederland.

Onderzoeksopzet

Van november 2023 tot januari 2024 raadpleegden de onderzoekers ruim honderd sociaalwerkorganisaties vanuit de vraag: in hoeverre worden loon- en prijsstijgingen geïndexeerd door gemeenten, hun financiers? De organisaties reikten gegevens aan over 264 Wmo-contracten met hun grootste opdrachtgever(s) voor 2022, 2023 en – voor zover al bekend – 2024. Ook deelden ze via interviews en een enquête hun ervaringen met indexeringen en de impact van eventueel ontoereikende financiering. De dienstverlening betreft sociaal werk waarvan de activiteiten geheel of gedeeltelijk worden bekostigd vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Denk hierbij bijvoorbeeld aan jongerenwerk, opbouwwerk, hulp door sociaal raadslieden en laagdrempelige ondersteuning van bewoners in kwetsbare posities.

Gevolgen ontoereikende indexatie
De onderzoekers stellen vast dat gemeenten steeds vaker overgaan tot indexatie van de Wmo-tarieven van sociaalwerkorganisaties. Wel ligt deze indexatie in de onderzochte jaren fors lager dan de gecombineerde indexatienorm zoals die jaarlijks door de Nederlandse Zorgautoriteit wordt berekend (personele en materiële kosten) en die door de VNG aan gemeenten wordt aanbevolen. De stijgende kosten worden dus structureel ontoereikend gecompenseerd, met grote gevolgen: een kwart van de organisaties schrijft rode cijfers, twee derde moet afscheid nemen van medewerkers. Ook geeft ruim de helft van de organisaties aan de dienstverlening te hebben teruggeschroefd door bepaalde diensten te stoppen, ontmoetingsruimtes te sluiten en/of minder mensen te helpen. Bewoners in kwetsbare posities zijn hiervan de dupe.

"We zijn actief in meerdere gemeenten en komen alle soorten en maten tegen: OVA-indexering, compensatie op basis van ideeën van een individuele ambtenaar of de gemeenteraad. Het hangt af van de ambtenaren, de kleur van het college, hoe de gemeente er financieel voor staat. En het kan elk jaar anders zijn." (directeur-bestuurder sociaalwerkorganisatie)

Rol in uitvoering akkoorden onder druk
De financiële nood is hoog, juist op een moment dat er veel wordt verwacht van het sociaal werk in de lokale en regionale uitwerking van landelijke programma’s zoals het Integraal Zorg Akkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), waarin wordt ingezet op een sterke sociale basis en intensievere samenwerking tussen zorg en sociaal domein. Dit vraagt extra inspanningen, innovatie en vernieuwing, die nu moeilijk kunnen worden waargemaakt. Twee derde van de sociaalwerkorganisaties verwacht dat onvoldoende indexering van de tarieven een negatieve impact zal hebben op hun rol en betrokkenheid bij de uitvoering van deze akkoorden.

"We worden overal voor gevraagd en zitten lokaal en regionaal als volwaardige partner aan tafel bij de uitwerking van IZA, WOZO en GALA. Dit is een heel interessante en kansrijke tijd voor het sociaal werk. Maar het is ook woekeren met je tijd en menskracht." (directeur-bestuurder sociaalwerkorganisatie)

Financiële stabiliteit waarborgen
Volgens Lex Staal, directeur-bestuurder van Sociaal Werk Nederland, is de titel van het rapport veelzeggend: meer overleven dan innoveren. “Onze leden staan echt in de overlevingsstand en proberen met kunst- en vliegwerk de dienstverlening op peil te houden en personeel binnenboord te houden. Terwijl de maatschappelijke opgaven groot zijn en uit onderzoek steeds opnieuw blijkt dat investeringen in het sociaal werk zich dubbel en dwars terugverdienen. Afgelopen vrijdag benadrukten de VNG en Divosa het belang van een sterke sociale basis, preventie en ondersteuning voor bewoners dichtbij in de wijk, in de propositie ‘De waarde van het sociaal domein’. In lijn met dit pleidooi roepen we gemeenten op om maatregelen te nemen om de financiële stabiliteit van sociaalwerkorganisaties te waarborgen en hun cruciale rol in de samenleving te behouden. Aan het Rijk vragen we met klem om gemeenten adequaat te blijven financieren, want de nood is hoog. En we zien de extra bezuinigingen al opdoemen.”

Je vindt de resultaten van het onderzoek van Bureau Bartels in het eindrapport ‘Meer overleven dan innoveren. Indexering Wmo-contracten door gemeenten’ (januari 2024).

Lees ook de blog ‘Laat de zorgakkoorden niet sterven in schoonheid’ door directeur-bestuurder Lex Staal en het artikel 'Onvoldoende tariefindexaties kostte sociaal werk 31 miljoen' op de website van Binnenlands Bestuur.

Neem voor meer informatie contact op met Niels Bartels, manager communicatie, via e-mail of tel. (06) 3461 4817.