Nieuwsbericht

RVS-advies: van zelfredzaamheid naar ontplooiing

15 februari 2024 | 2 minuten lezen

De overheid moet het principe van zelfredzaamheid resoluut vervangen door duurzame ondersteuning en ontplooiing. Dat is de kern van een vandaag verschenen advies van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) over de bestrijding van bestaansonzekerheid in Nederland. Er is meer samenhang nodig in hulp en ondersteuning, en nieuwe manieren van organiseren, verantwoorden én financieren.

Eén op de zes volwassenen in Nederland wordt geconfronteerd met dreigende of reële bestaansonzekerheid. In het nieuwe rapport Van overleven naar bloeien probeert de RVS een aanpak te formuleren. De huidige systemen van hulp en ondersteuning schieten tekort voor mensen in bestaansonzekerheid. De RVS noemt drie principes die ervoor moeten zorgen dat deze systemen bestaansonzekerheid voorkomen en verminderen:

  1. Maak beleid gericht op ontplooiing
    Hulp en ondersteuning zouden niet alleen moeten bestaan uit het repareren wat kapot is, maar ook uit investeren in het kunnen meedoen van mensen en het voorkomen van schade op de lange termijn. Investeer dus in preventie en lichte blijvende, langdurige ondersteuning.
     
  2. Maak ruimte voor sociale relaties
    Daar waar de overheid het sociale netwerk van mensen wil mobiliseren, moet onderlinge hulp op zijn minst niet worden tegengewerkt, en beter nog actief worden gefaciliteerd. Opbouwwerkers en buurtinitiatieven kunnen hier een belangrijke rol in spelen.
     
  3. Zorg voor samenhangende ondersteuning
    Een hulpverlener die tussen een verkokerd systeem en een burger in staat, kan nog steeds maar heel beperkt integraal werken. Samenhangende hulp en ondersteuning vragen ook om samenhangende systemen; dus andere manieren van organiseren, sturen, financieren en verantwoorden, met ruimte voor flexibiliteit.
     

Vrij besteedbaar budget
Hierbij zou het volgens de RVS helpen als er binnen de begroting van socialezekerheidsregelingen of beleidsdomeinen zoals wonen en onderwijs, een klein deel van het budget vrij kan worden besteed. Op dit moment weten overheden en organisaties soms best waar investeringen voor bloei en bestaanszekerheid nodig zijn, maar is daar geen geoormerkte ruimte voor in het budget. In het advies Met de stroom mee (2023) pleitte de RVS al voor het formaliseren van zo'n vrije regelruimte voor zorginkopers. Door bijvoorbeeld bij iedere regeling twee procent van het beschikbare budget vrij besteedbaar te maken aan zelf in te vullen prestaties, kan er een vorm van structurele bekostiging van domeinoverstijgende samenwerking ontstaan.

Welzijnspartijen spelen een belangrijke rol in het versterken van een sociaal netwerk in de wijk. De Raad herhaalt de oproep om hier voldoende middelen voor vrij te maken.

De RVS benadrukt, net als in het advies Kinderen uit de Knel (2023), dat via het Gemeentefonds structurele financiering moet worden vrijgemaakt voor opbouwwerk. ‘Welzijnspartijen spelen een belangrijke rol in het versterken van een sociaal netwerk in de wijk. De Raad herhaalt de oproep om hier voldoende middelen voor vrij te maken. Op deze manier kan worden gestart met het bouwen aan sociale netwerken.’

Ten slotte constateert de RVS dat als de onderliggende principes van stelsels ongemoeid blijven, vroeg of laat nieuwe barrières ontstaan. Voor samenhangende hulpverlening moet er vroeg of laat óók gekeken worden naar de stelselwetten zelf.

Lees ook het interview met Pieter Hilhorst, lid Raad voor Volksgezondheid & Samenleving, vandaag in Zorgvisie (alleen voor abonnees), met een advies voor zorgbestuurders: “Zoek de samenwerking met het sociaal domein. Want daar valt heel veel zorg te voorkomen. Als je het Integraal Zorg Akkoord serieus neemt, dan moet je optimaal proberen bij te dragen.”

Neem voor meer informatie contact op met senior adviseur Jennifer Elich.