Nieuwsbericht

De nieuwe Wet inburgering treedt definitief in werking op 1 januari 2022.

30 april 2021 | 2 minuten lezen

Bron: Divosa

De nieuwe Wet inburgering treedt in werking op 1 januari 2022. Dat heeft minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bekendgemaakt in een brief aan de Tweede Kamer. Nadat de wet herhaaldelijk is uitgesteld, is de inwerkingsdatum nu definitief. De minister stelt totaal € 30 miljoen extra beschikbaar voor gemeenten voor de kosten die gepaard gaan met het eerdere uitstel van de wet. Hiervan is € 21 miljoen bedoeld voor de begeleiding van de ondertussen-groep (de inburgeraars die door het uitstel van de nieuwe wet nog onder de huidige wet vallen) en € 9 miljoen voor de extra invoeringsmiddelen. Deze toezegging komt voort uit bestuurlijke overleggen met de VNG. 

Ondertussen-groep groter
Het extra geld is nodig omdat er door het eerdere uitstel van de nieuwe wet meer inburgeraars onder de oude wet zullen vallen. Deze groep is ook nog eens groter dan verwacht, door de hogere taakstelling van te huisvesten statushouders door gemeenten voor 2021. De eerder beschikbaar gestelde € 25,5 miljoen is daarom niet meer voldoende. Gemeenten worden in de meicirculaire geïnformeerd over de precieze uitkering van de middelen.

Verdeling middelen ELIP-groep
Koolmees schrijft ook dat hij nog in gesprek is met de VNG over de verdeling van de ELIP-middelen voor de jaren 2021-2026. Van de € 25,5 miljoen is nu € 9 miljoen specifiek bedoeld voor deze groep inburgeraars die hun lening vrijwel hebben uitgeput maar nog steeds inburgeringsplichtig zijn. De bedoeling van de minister is dat de middelen gaan naar de gemeenten die deze ook echt nodig hebben.

In de geest van de nieuwe wet
De inburgeraars die in 2021 instromen kunnen niet profiteren van het nieuwe inburgeringsstelsel. Koolmees wil gemeenten wel stimuleren om deze groep zoveel mogelijk te begeleiden in de geest van de nieuwe wet. Divosa en de VNG ontwikkelen een ondersteuningsaanbod dat gemeenten hierbij kan helpen.

Meer informatie: