Nieuwsbericht

Ruim 25% van de totale gemeentelijke zorgkosten wordt besteed aan coördinatie

26 september 2019 | 1 minuut lezen

Zo’n 25-29% van de totale middelen van de Wmo en de Jeugdwet wordt besteed aan het organiseren en coördineren van de zorg. Slechts 4-7% van deze zogeheten coördinatiekosten gaat naar de toegang tot zorg. Dat blijkt uit een analyse van Berenschot van de bestedingen van de totale zorgkosten binnen het sociaal domein. Opmerkelijk, aldus senior consultant Paul Schenderling en managing consultant Wouter Poels: “Consulenten in de toegang worden vaak ondergewaardeerd, terwijl ze de sleutel vormen tot passende zorg én grip op de kosten in het sociaal domein.”
 

Van de totale middelen voor de Wmo (€ 3,8 miljard in 2018) wordt door het Ministerie van VWS, de Inspectie,  gemeenten en zorgaanbieders naar schatting 25% besteed aan zogenoemde apparaatskosten, gericht op het organiseren en coördineren van zorg (zie figuur 1 in bijgaande pdf (pdf, 466 kB)). Dit betreft onder andere beleid, toegang en administratie, aansturing en roostering van zorgmedewerkers, inkoop en facturatie, monitoring en verantwoording, en huisvestings- en ICT-kosten van de medewerkers die deze taken uitvoeren. Voor de jeugdhulp (€ 3,7 miljard in 2018) betreft het geschatte aandeel coördinatiekosten 29% (Bijlage overzicht coördinatiekosten Wmo en Jeugdwet (pdf, 466 kB).

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het organiseren van de toegang tot zorg binnen het sociaal domein en zetten hiervoor veelal consulenten in die onderzoeken welke ondersteuning passend is. Slechts 4-7% van de totale coördinatiekosten gaat naar deze consulenten (1-2% van de totale zorgmiddelen). “Binnen het gemeentelijk aandeel in de coördinatiekosten is dit 25-35% van de kosten, wat nog steeds een relatief beperkt aandeel is”, stelt Schenderling.

Het hele artikel, het rapport, de links en de benchmark sociaal domein vindt u hier op de website van Berenschot.