Blog

Samen voor een sterke sociale basis

13 juni 2022 | 2 minuten lezen

‘Omzien naar elkaar’, luidt het motto van ons huidige kabinet. Meer dan ooit wordt het belang gezien van sociale verbondenheid in gemeente, wijken en buurten. We merken dat ook als Sociaal Werk Nederland: we hoeven inmiddels niet meer uit te leggen dat sociaal werk en preventie vaak synoniem zijn, en dat een sterke sociale basis veel maatschappelijke en medische problemen én kosten kan helpen voorkomen. 

Het begrip sociale basis komt mede uit de koker van Ard Sprinkhuizen, onderzoeker bij het kenniscentrum sociale innovatie van Hogeschool Utrecht. Je kunt het zien als het weefsel van verbindingen dat de samenleving bijeenhoudt. Met een formele en een informele kant, die elkaar aanvullen. Als de nood aan de man is zijn mensen zeker bereid om elkaar te helpen, maar dit gaat niet vanzelf en er zitten grenzen aan. Er is altijd een professionele aanvulling nodig. 

Sprinkhuizen was één van de sprekers tijdens de bijeenkomst ‘Van contact naar connectie’ die we onlangs organiseerden samen met Divosa, de vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein. Rode draad was het partnerschap van gemeente en sociaalwerkorganisatie dat nodig is om samen de complexe en veelkoppige opgaven in wijken en buurten te lijf te gaan. Sprinkhuizen sprak in dit kader over ‘taaie vraagstukken’ zoals bestaansonzekerheid, kansenongelijkheid en gezondheidsverschillen. Opgaven die helaas ook ‘taaie oplossingen’ vragen; er zijn geen pasklare recepten. Daar komt bij dat de eigen kracht van burgers nogal eens wordt overschat, de middelen en menskracht doorgaans ontoereikend zijn en integraal werken nog moeizaam van de grond komt. Al met al niet echt een vrolijk verhaal, zo erkende Sprinkhuizen zelf ook. Maar hij zag zeker ook lichtpuntjes. Gemeente en sociaal werk kunnen samen bouwen aan verbindingen in de sociale basis, zolang zij elkaar kennen, aanvullen en vertrouwen. Dit betekent heel basaal: ken elkaar bij de voornaam, heb elkaars telefoonnummer onder de knop, begrijp wat het werk van de ander inhoudt en wat je daar vanuit je eigen professie aan kan toevoegen.  

Dat succesvolle samenwerking begint bij een persoonlijke klik, bleek ook uit de drie duo’s die vervolgens hun ervaringen deelden vanuit de gemeenten en sociaalwerkorganisaties in Roosendaal, Katwijk en het Groningse Westerkwartier. Gemene deler in hun verhalen is dat zij gaan voor een strategisch partnerschap, vanuit een gedeelde ambitie en beleidsdoelen. Dit vraagt van beide kanten openheid en eerlijkheid, flexibiliteit, lef om buiten de lijntjes te kleuren en fouten te maken, en de bereidheid om elkaar wat te gunnen. In het besef dat rollen soms kunnen schuren, want je werkt schouder aan schouder samen in de uitvoering maar bent natuurlijk ook opdrachtgever en opdrachtnemer.  

Meerjarige contracten blijken te helpen om dat vertrouwen te laten groeien en om rust en continuïteit te brengen. Dit werd laatst nog eens overtuigend uiteengezet in het Movisie-essay Het geheim van de lange relatie. Continuïteit als voorwaarde voor een effectief sociaal domein. Tijdelijkheid, wisselingen en permanente vernieuwingsdrang lijken het sociaal beleid te domineren, terwijl er juist behoefte is aan zekerheid, vertrouwde gezichten en vaste contacten. De auteurs pleiten voor continuïteit op beleidsmatig, organisatorisch én relationeel niveau. Het laatste gaat primair over de relatie tussen professionals en de wijk en haar inwoners, maar is net zo goed toepasbaar op de relatie tussen sociaalwerkorganisaties en gemeenten. Ook hier begint het met de samenwerking tussen mensen, die vervolgens onderdeel moet worden van het logisch denken en handelen in de wijken en buurten van gemeenten. Zodat we samen duurzaam bijdragen aan die sterke sociale basis. 

Dit is een bewerkte versie van een gastcolumn van Lex Staal in Sprank, hét tijdschrift voor beslissers in het sociaal domein.