De participatiesamenleving stimuleert dat mensen langer thuis blijven wonen en een beroep doen op hun netwerk. Sociaal werkers activeren, ondersteunen buurtbewoners en versterken zo hun eigen kracht. In veel gemeenten worden keukentafelgesprekken gevoerd door sociaal werkers, al dan niet verbonden aan het wijk- of buurtteam. Ze kennen de sociale kaart en werken samen met zorgpartijen, maatschappelijke organisaties en gemeenten. Ze kunnen signalen van kwetsbaarheid vroeg signaleren. Ze zoeken en bieden individuele én collectieve oplossingen, en zijn creatief in het slim combineren daarvan. Ze werken samen met bewoners en zoeken, trainen en coachen hen op vrijwillige inzet. De transitie van begeleiding en dagbesteding (van AWBZ naar Wmo) vraagt van het sociaal werk en de sociaal werkers nieuwe manieren van werken. Het vak vergt investering in innovatie, reflexie en professionalisering.