Blog

Een Blog over: wetenschap, modder, koersen en sociaal werk.

‘Aan de boom schudden en in de boter trappen......................................................... ’ Een Blog over: wetenschap, modder, koersen en sociaal werk.
8 mei 2020 | 7 minuten lezen

‘Aan de boom schudden en in de boter trappen......................................................... ’
Een Blog over: wetenschap, modder, koersen en sociaal werk.

Op 20 mei 2020 zit mijn seizoen als Sociaal werker van het Jaar 2019-2020, erop.
In maart 2019 kon ik deze titel op mijn ‘palmarès’ (prestaties en overwinningen) laten bijschrijven. Trots op, ruim 14 maanden lang was ik ambassadeur voor het sociaal werk. Prachtig vak!

Met deelnames aan een heel ‘peleton’ (een grote groep) blogs, lezingen en congressen ten gevolg. En ‘het Debat van het Jaar’: Wat moet er op de agenda van dat sociaal werk? Heb daar actief stelling in genomen, samen met andere sprekers, auteurs en bepalende ‘coureurs’ (renners), in en over het sociaal werk. Wat is mij daarbij opgevallen en bijgebleven?

Een overzicht van mijn rondje langs de parcours (de te volgen routes)........................................................................................... ,

‘Over politiseren en toedekken’
‘Politiseren is een uitdaging voor het sociaal werk in Nederland. Anders dan vaak wordt gedacht, gaat het niet om het politiseren van de sociaal werker, dat die de barricaden op zou moeten of meer professionele ruimte moet claimen. De essentie is een praktische manier van werken om burgers te ondersteunen voor zichzelf te spreken of om namens hen te spreken’. Aldus van Pelt (senior-adviseur Movisie en hoofddocent social work, Hogeschool Arnhem en Nijmegen).

Die uitdaging ligt er zeker, denk ook ik, maar de barricaden op, nou..................................................................................... nee, meer

professionele ruimte, dat juist weer wél. Op naar die beleids- en bestuurtafels!

Van Pelt stelt verder: ‘Dat sociaal werkers en sociaalwerkorganisaties ook zelf dingen doen die ongelijkheid en onrechtvaardigheid (onbewust) in stand houden, bijvoorbeeld door onvoldoende toegankelijk te zijn. Liever politiseren dan toedekkende concensus in het sociaal werk.’

Toedekkende consensus? Alsof we (onbewust) zaken toedekken. Volgens mij zit dat niet in het DNA van de sociaal werker. Het klopt wel dat niet iedere sociaal werker, hoe goed ook in het vak, die uitdaging aan kan of wil gaan. Maar (onbewust) toedekken? Nee! ‘Ik dek hooguit mijn lief toe voor het slapen gaan  ’

Veldboer (lector stedelijk sociaal werken, Hogeschool van Amsterdam) legt andere accenten: ‘Niet politiseren, maar laveren! De oplossing voor verschillende petten en conflicterende waarden ligt niet in de keuze voor een van beide rollen, maar in het onderkennen van ‘hybriditeit’ als DNA van het sociaal werk.’

Daar is niet iedereen het mee eens, getuige de reactie van Raeymaeckers (hoofddocent sociologie en sociaal werk), Gradener en Botman (hoofddocenten social work): ‘Veldboer waarschuwt dat politisering van het Sociaal werk ten koste gaat van de balanceerkunst die voor de alledaagse praktijk nodig is. Zijn oproep tot professionele realpolitik gaat echter voorbij aan waar sociaal werk in essentie om draait. Sociaal werk is meer dan louter laveren en balanceren, maar dient ook op actieve wijze sociale rechtvaardigheid na te streven op het niveau van beleid én samenleving. Met zijn pleidooi voor een balancerende en laverende sociaal werker wil Veldboer het levendige debat in Nederland over politisering in het sociaal werk bijsturen. Hij vindt dat de sociaal werker - betaald door de staat en dienstbaar aan de burger - compromissen moet sluiten en niet moet uitgaan van de normatieve agenda.

Balanceren en laveren staan haaks op politisering van het sociaal werk, als we Veldboer mogen geloven. Is dat werkelijk zo? Het beeld dat Veldboer schetst, is dat politiserend sociaal werk vooral uitgaat van de eigen normatieve agenda en geen rekening houdt met het organisatorisch en sociaal kader waarbinnen het actief is. Hij schetst daarmee een onjuist beeld.’

Ook van Pelt plaatst hierover een reactie. Van Pelt: ‘Hoewel Veldboer in zijn artikel schrijft over de Vlaamse benadering van politiseren, is mijn ervaring (onder andere opgedaan in de masterclass Politiseren als uitdaging van het sociaal werk) dat die niet bestaat. In Vlaanderen zoekt men ook naar conceptuele afbakening en verheldering van politiseren. Dit zoeken betreft onder meer de verhouding tussen politiseren en beleidsbeïnvloeding, belangenbehartiging (advocacy) en lobbyen.’

‘Een patat krijgen’
Veldboer kan dus ‘een patat krijgen’ (een draai om zijn oren). Maar is dat wel helemaal terecht? Eigenlijk deel ik zijn opvattingen met betrekking tot dat balanceren en laveren wel. Ook samen optrekken met anderen belanghebbenden vind ik belangrijk. Als sociaal werker impliciet de rol innemen van kritische uitvoerder of ‘critical friend’ van het beleid. Dus niet op de barricaden, maar op de pedalen, à bloc (voluit rijden). Het vak sociaal werk gezamenlijk ‘sterken’. Gemeenschappelijk belangen behartigen. Proactief zijn, niet radicaal. Veldboer stelt: ‘Wetenschappers, deskundigen en de beroepsvereniging vinden dat sociaal werkers meer moeten politiseren. Ze moeten opkomen voor de mensenrechten van hun burgers. Dit is niet realistisch en ook niet de dagelijkse praktijk van sociaal professionals, vindt Veldboer. Dat kan je niet van elke sociaal werker verwachten.’

Eens, maar je kan er als individu en beroepsgroep toch wel naar streven? Je professie inderdaad ‘sterken’. En eens flink ‘in de boter trappen’ (erg soepel rijden), balanceren, laveren én flink ‘stoempen’ (op de macht rijden) en dat combineren?’

Tijdends het Debat van het Jaar (Movisie, Utrecht), sprak ik met professor Roose (Universiteit van Gent). Na afloop van zijn lezing, over mensenrechten en de metafoor van Sisyphus. En vroeg hem naar de essentie van sociaal werk. Roose: ‘Die waarde zit in steeds opnieuw proberen die steen boven te krijgen, terwijl die steeds opnieuw weer naar beneden rolt. De ‘mythe van Sisyphus’, geschreven door Albert Camus.’

‘Sociaal werkers modderen niet aan, zij modderen..................................................................................... door’

En Roose vult nog aan: ‘Sociaal werkers modderen niet aan, zij modderen.................................................................................. door.’

Dit blijkt nog ‘evidence-based’ te zijn ook, aldus Ikink (lector social work, Universiteit humanistiek, Groningen). Die demarrage (plotselinge versnelling) zag ik effe niet aankomen. Er fietst hier zomaar even keiharde wetenschap mijn blog binnen. Het betreft de amerikaanse econoom Lindblom (Yale University). Hij staat bekend om zijn theorie over ‘The Science of Muddling Through’ ofwel de wetenschap van het doormodderen. De relatie, de metafoor, tussen sociaal werk en modder is dus definitief gelegd. Dank aan Roose en Ikink. Modder kent geen landsgrenzen, lokaal betreft het soms klei. ‘Met je poten in de klei’, aldus Devlieghere (PhD, Universiteit van Gent). Modder en klei zijn dus universeel. En sociaal werk, vraag ik mij dan af? Een constructief debat tussen Veldboer, van Pelt, Devlieghere en Roose over actuele thema’s in het sociaal domein zou ik dan ook zeker verwelkomen. Wie ‘rijdt het gat dicht?’ (aansluiting krijgen met een voorligger).

‘0% wetenschap en doen wat goed is’
Boutellier (adviseur Verwey-Jonker Instituut) stelt: ‘Zonder wetenschap zou het sociaal domein weinig voorstellen.’

Tja, als ik dat nu eens volledig omdraai en stel: ‘Zonder sociaal domein zou de wetenschap weinig voorstellen. Ik wil zeker niet met modder gooien, maar wat een eenrichtingsverkeer in deze stellingname. Hier komen wetenschap en sociaal domein niet veel verder mee.

Boutellier heeft hier duidelijk ‘een gat laten vallen’ (één of meer renners laten wegrijden, al dan niet met opzet).

Ik graaf even autobio naar praktische methodieken uit het verleden, die wel werkzaam en verbindend waren. En ik kan er niet omheen. Het boek: ‘Bemoeizorg, (Tielens en Verster), wat heb ik daar veel aan gehad tijdens mijn eerdere werk in de psychiatrie. Tielens (psychiater) en Verster (psycholoog) gaven het lang geleden al de volgende subtitel: ‘Eenvoudige tips voor moeilijke zorg, 0% Wetenschap!’ Veel praktischer kan het niet worden dacht ik, toen ik deze ‘must read’ las. Hebben we zo’n boek soms ook in het sociaal domein? Op zoek naar recent vergelijkbaar materiaal viel mij direct één uitgave op. ‘Doen wat goed is. Pleidooi voor praktische wijsheid in het sociale domein.’ (Albers en Kruiter). Van de titel alleen al ging mijn hartslag omhoog. Zij pleiten voor een nieuw paradigma om de wijze praktijken van professionals te herkennen, erkennen, waarderen en beter te benutten.

Dagelijks leren zij samen met professionals de publieke zaak van de toekomst vorm te geven. (Albers en Kruiter, actieonderzoekers, School voor Publieke Waarden en Instituut voor Publieke Waarden).

Wellicht minder praktisch (voor de professional), maar minstens zo welkom was de uitgave van: ‘Vijf jaar lokaal sociaal domein - Veel gedaan, te weinig bereikt’ (Peeters en Loots).

Waarin op uitermate genuanceerde wijze naar de transities in het sociaal domein gekeken wordt. 5 jaar na de decentralisaties. Voor de professional wel degelijk interessant, want met de stroom van kritiek op social media, zou je bijna vergeten, dat er ook heel veel goed gaat. ‘Leve de decentralisatie!’ Ik zou mij wensen dat deze auteurs met dezelfde bevlogenheid ook sociaal werkers en burgers aan het woord mochten laten. Er wordt teveel over hen gepraat en veel te weinig met hen, vind ik.

Wetenschap, onderzoeksjournalistiek, praktische wijsheid in het sociaal domein. Voor mij kan dat allemaal prima samen. Het is geen eenrichtingsverkeer, maar wel een loodzwaar parcours. Ik denk‘Alleen aanvullende waarden leiden tot meerwaarde.’ Neem een voorbeeld aan Roose, wetenschapper, inderdaad, maar luister eens naar hem. Die bevlogenheid. Hij staat nog tenminste met één poot heel stevig in de klei. Ik neem wetenschap wel degelijk serieus. Roose moet wel heel goede benen hebben’ (in goede vorm verkeren).

‘Een sterk merk’
Niet iedereen zal zich kunnen vinden met de content van deze blog. Prima! Een goede sociaal werker maakt ook niet altijd vrienden en moet dat ook niet willen. Durf van mening te verschillen, maar let op de manier waarop. En ja, het betreft hier maar 0% wetenschap, maar ik ben 100% bij kennis. Vanuit die ‘wetenschap’ stel ik: ‘De échte uitdaging, zit hem er volgens mij niet zozeer in dat we volledige consensus bereiken over hoe wij politiseren, balanceren en laveren definiëren. Maar over hoe we van het vak sociaal werk, een sterk merk maken. En inderdaad aan die beleids- en bestuurtafels gaan aanschuiven. Nooit voor de vorm, altijd op inhoud. Sociaal werkers trekken geen te grote broek aan als ze zich daarnaast willen inzetten voor het bevorderen van sociale rechtvaardigheid. Het is alleen zoeken naar de vorm, hoe dit uit te dragen en te bewerkstelligen. Dat moet je dan wel liggen. Een sterk merk en sociale rechtvaardigheid kunnen toch prima samengaan? Dat sterke merk, is de oprechte wens van de beroepsvereniging (BPSW en directeur Bruins) en noodzakelijk voor alle sociaal werkers. Uiteindelijk ook voor hen, die zich minder ‘senang’ voelen in deze rol. Hoe kom je gezamenlijk tot dat sterke merk? Precies dat mag van mij op die ‘Agenda van het Sociaal werk. Waarbij wetenschap en sociaal werk elkaar echt niet hoeven te bijten. Laten we hierin gezamenlijk optrekken.’

Op zoek naar een eigen metafoor, dacht ik: ‘Is sociaal werk wellicht gelijk aan Veldrijden?’

‘Ga toch fietsen’, zeg ik instemmend, maar wel met de juiste klemtoon.’

‘Aan de boom schudden’ (hard doorrijden om tegenstanders te lossen, uit de kopgroep). In de modder balanceren, laveren en dan de leiding pakken. Tis dan eigenlijk om het even of je Marianne, Mathieu, Sanne of Wout heet, niet? Als wielerliefhebber maakte ik als ode een beeldbank van hen. Zie het plaatje: van links naar rechts, in de modder, wat een klasbakken!’ (goede, slimme wielrenners).

‘Je zult maar zulke ‘klasbakken’ in je beroepsgroep hebben. Sociaal werkers die ook de leiding pakken én sociale rechtvaardigheid omhelzen. Zoals Simone Duin, Marcel van Eck en Marloes Olde-Hampsink. Klaar om hun bijdrage te leveren om dat merk nog sterker te maken. Dit zijn de 3 genomineerden voor de verkiezing van Sociaal werker van het Jaar 2020-2021. Die zal plaatsvinden op 20 mei, mijn opvolging is in ‘sterke’ handen.

En ik?
‘Ik heb dan nog altijd die ‘goesting’ (lust, trek) en ga weer diep met ‘mijn poten in de klei’:


‘Komaan, laat ons..... Koersen!’


Norbert Wijnhofen
Sociaal werker van het Jaar 2019-2020
Sterker sociaal werk mei 2020, Nijmegen