Blog

CPB: wijkteams zien meer, Wmo-zorgkosten stijgen

18 januari 2019 | 2 minuten lezen

Doel minder dure zorg door inzet wijkteams niet gehaald: gemiddelde doorverwijzing naar dure zorg met 14% gestegen.

Gemeenten zetten wijkteams in om de zorg dicht bij de cliënt te organiseren, bijvoorbeeld via mantelzorg. Alleen als dit niet mogelijk is, wordt professionele zorg ingezet. In de meeste gemeenten is het aantal doorverwijzingen naar professionele zorg over de periode 2015-2017 toegenomen. Echter, in gemeenten met wijkteams is het aantal doorverwijzingen in deze periode met veertien procent harder gestegen dan in gemeenten zonder wijkteams. Dit blijkt uit de publicatie De wijkteambenadering nader bekenen - Het effect van de inzet van wijkteams op Wmo-zorggebruik van het Centraal Planbureau (CPB)Main image

Meer zorgprofessionals in wijkteam = meer doorverwijzing
Vooral in gemeenten waar wijkteams (deels) bestaan uit zorgprofessionals in dienst van een zorgaanbieder neemt doorverwijzing naar de professionele zorg toe. Met hun plek in het wijkteam hebben deze professionals een belangrijke stem over wie in aanmerking komt voor deze zorg. In gemeenten zonder wijkteams zijn het doorgaans Wmo-consulenten, werkzaam bij een gemeentelijk Wmo-loket, die over de toegang gaan. Mogelijk houden zij meer rekening met de kosten voor de gemeente dan de zorgprofessionals. 

Meer ogen in de wijk zien meer
De samenstelling van het team is waarschijnlijk niet de enige verklaring voor het stimulerende effect van wijkteams op het Wmo-zorggebruik. Zo zijn wijkteams mogelijk beter in staat om verborgen problematiek boven water te krijgen, wat heel waardevol kan zijn. Als hierdoor het aantal doorverwijzingen stijgt, kan dat zelfs wenselijk zijn, ondanks de hogere kosten die hiermee gepaard gaan.

Indicatieproces
Als gemeenten de stijging van doorverwijzing naar professionele zorg willen tegengaan, kunnen ze verschillende maatregelen overwegen. Zo kan een gemeente ervoor kiezen om alleen de zwaarste (meervoudige) hulpvragen door een wijkteam te laten oppakken; alle andere hulpvragen kunnen door een Wmo-loket worden afgehandeld. Een andere mogelijkheid is om aanbieders geen rol te geven in het wijkteam. Ook een goede monitoring van het indicatieproces kan helpen om het aantal doorverwijzingen naar maatwerkvoorzieningen te beperken.

Wat zegt dit?
Doorverwijzen naar zorg kan nodig zijn om 'gerommel' te voorkomen, maar gebeurt ook in veel gevallen onnodig. Meer inzet van laagdrempelige alledaagse hulp kan ook op de langere termijn zorgkosten voorkomen. Als het welzijn van bewoners stijgt doordat problemen eerder gesignaleerd worden is dat positief. De afgelopen jaren zijn er bovendien veel bewoners in buurten aanwezig die voor die tijd buiten de buurt in de zorg behandeld, verzorgd of begeleid werden. Ook dat weegt mee. 

Preventiedoelstellingen verdisconteren in inkoop?
Met Rienks Janssens, VNG in het achterhoofd: "Indien wijkteams dienen ingebed te zijn in een bredere aanpak gericht op preventie, waarin de visie, het stelsel van toegang, de inkoop en monitoring van doelstellingen zijn ingesteld op preventie. Waarin basisvoorzieningen expliciet een preventieve taak krijgen voor inwoners in kwetsbare situaties, enerzijds via vroegsignalering en tijdige doorverwijzing, anderzijds via direct handelen zodat deze doorverwijzing juist kan worden voorkomen. Voorzieningen gericht op jeugdhulp en Wmo moeten bovendien optimale financiële en kwalitatieve prikkels krijgen om in hun ondersteuning van inwoners de preventiedoelstellingen te verdisconteren." ( VNG publicatie Tijdig en doordacht Over preventie bij maatschappelijke opgaven en de rol van gemeenten, Rienk Janssens)

Sociaal Werk Nederland neemt deze CPB- analyse mee in lobby en strategie.

Verder lezen? Zie hier de website van het CPB, hier de -economisch ingestoken- analyse van Binnenlands Bestuur. en RTLnieuws.
Hier vindt u de download van het boek.