Nieuwsbericht

Blokhuis: Welzijn op Recept in Zorgverzekeringswet

3 maart 2020 | 4 minuten lezen

Welzijn op Recept is inmiddels opgeschaald naar nu 83 gemeenten. Kennelijk is het een aantrekkelijk concept, maar de kwaliteit van uitvoering is nog onduidelijk en laat grote lokale variatie zien. De vraag is hoe deze verschillen het model en de kwaliteit van het concept beïnvloeden. Daar komt bij dat monitoring niet goed mogelijk is omdat de registratie van de verwijzingen weinig gebeurt. De betrokken zorgverleners en welzijnscoaches overleggen te weinig structureel.

Dat blijkt uit een quickscan onder welzijnsorganisaties die inzicht geeft in het landelijk bereik en de kwaliteit van de uitvoering. Miriam Heijnders en Jan-Joost Meijs hebben de resultaten van deze scan en het Handboek Welzijn op Recept onlangs overhandigd aan staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS). Hij wil Welzijn op Recept graag in de Zorgverzekeringswet opnemen. Samen met drie andere aandachtsgebieden: valpreventie, diabetes en Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI) bij kinderen.

In de quickscan wordt een aantal aandachtspunten aangekaart, zoals de doorontwikkeling, de registratie, het bereik, de werkdruk in de eerste lijn en de onzekere financiering  voor Welzijn op recept.

Huisartsenuren declarabel in zorgverzekeringswet - welzijn onduidelijk
Welzijn Op Recept opnemen in de Zorgverzekeringswet betekent dat de werkzaamheden en de verwijzingen van de huisarts declarabel zijn. Onduidelijk is de financiering van het welzijn, daarover wordt niet gesproken. Sociaal Werk Nederland vindt dat de inzet zou moeten zijn dat hiervoor aparte (geoormerkte) financiering voor komt. Zoals dat ook de inzet is bij het MDO (Multi Disciplinair Overleg) n.a.v. de Handreiking Kwetsbare Ouderen.

Preventie, Positieve Gezondheid <> verwijzingsprotocol
Het onderbrengen bij de zorgkosten zou logisch zijn. Het geeft een aanzienlijke besparing op deze kostenpost. Het welzijn domein werkt hierin preventief, volgens de principes van Positieve Gezondheid, voor het medische domein. Als dat niet gebeurt, wordt Welzijn Op Recept een activiteit binnen het reguliere aanbod welzijn. Het gaat dan ten koste van ander aanbod en ondersteuning. En wordt het puur een verwijzingsprotocol; verwezen patiënten draaien dan mee in het regulier welzijnsaanbod, in plaats van een activiteit dat maatwerk is en aansluit op de eigen- en individuele ontwikkeling.

Het is een aparte werkwijze, met specifieke communicatie en een strak protocol. Per casus vraagt het van huisarts en welzijncoach een investering; samen leren om effectief te worden, aan te sluiten op de behoefte van individuele personen en de samenwerking.
Waar nodig wordt samen met de inwoner nieuwe initiatieven ontwikkeld (mensen helpen elkaar).

Doorontwikkeling
Geconstateerd wordt dat huisartsen en welzijnscoaches enthousiast van start gaan met Welzijn op Recept, maar het verder doorontwikkelen stokt. ‘Er lijkt een vorm van lerend werken en borgen van Welzijn op Recept te ontbreken. Een vorm van structureel overleg waar plaats is voor leren kennen van elkaar en elkaars werkwijze, casuïstiekoverleg en evalueren over wat goed gaat en wat beter kan vindt maar mondjesmaat plaats’, zo staat in het rapport te lezen. Als mogelijk oorzaak wordt de druk op de eerstelijnspraktijk genoemd.

Het rapport staat stil bij een andere ontwikkeling: gemeenten brengen welzijnscoaches onder bij het sociaal wijkteam, als een vorm van bezuiniging. Dat is bezwaarlijk, want deze wijkteams hebben een andere taak, verantwoordelijkheid en een probleemgerichte manier van werken. Welzijn op Recept richt zich juist op het zoeken naar oplossingen die passen bij de mensen die ondersteuning nodig hebben.

Geen registratie door huisartsen
De meeste huisartsen registreren Welzijn op Recept niet. Dat komt omdat ze niet weten hoe dat moet, en – nog belangrijker –  ze kunnen dat niet in hun HIS doen omdat de mogelijkheden daarvoor ontbreken. Welzijnsorganisaties beschikken soms wel over data over verwijzingen, maar dat betreffen dan alleen data van mensen die bij welzijn een intake hebben gekregen. ‘De dropouts tussen zorg en welzijn zijn hierdoor niet bekend. Er zijn echter ook welzijnsorganisaties die geen digitaal cliëntvolgsysteem hebben en dus geen Welzijn op Recept-data kunnen aanleveren’, meldt het rapport.

Volgens de onderzoekers was niet iedereen bereid om data aan te leveren, omdat ze de data als gevoelige data beschouwen. Gaan mensen ook werkelijk participeren in een activiteit? En wie doet dat na drie maanden nog? Ook daarover is weinig bekend. Met als gevolg dat we niet weten of zij een hoger welbevinden ervaren en weer meer sociale contacten opdoen, wat het doel is van Welzijn op Recept.

Verbreden van de doelgroep belangrijk
Vaak wordt alleen een oudere doelgroep verwezen. Recent onderzoek in UK laat zien dat het nog maar de vraag is of Welzijn op Recept voor deze doelgroep het meest kosteneffectief is. Een belangrijke conclusie uit deze quick scan is dat Welzijn op Recept ook bij de 65+ groep de ervaren gezondheid en welbevinden verhoogt, maar dat bij de helft van de mensen de zorgconsumptie en zorgkosten niet dalen. ‘In sommige praktijken werd zelfs een toename van de zorgkosten na een welzijnsrecept gezien, die toe te schrijven was aan de snelle achteruitgang bij een groep oudere mensen met complexe multimorbiditeit’, aldus het rapport.

De onderzoekers stellen daarom dat het breder maken van de doelgroep ook vanuit kosteneffectiviteit belangrijk is. Slechts in drie gemeenten wordt Welzijn op Recept ingezet voor een jongere doelgroep, vanaf negen jaar. Het is belangrijk om deze ervaring met jongere doelgroepen te delen met anderen.

Invloed lokale context
Welke combinatie en dosering van essentiële bestanddelen zijn nodig zijn om effectief te kunnen werken? Wat is de invloed van de lokale context op Welzijn op Recept. Daar moet nog meer onderzoek naar worden gedaan.
Naast de quickscan onder 144 welzijnsorganisaties heeft een student onderzoek gedaan in een huisartsenpraktijk. Ondanks dat de deelnemende huisartsen afspraken hebben gemaakt over hun werkwijze zijn er verschillen tussen praktijken.

Financiering niet passend
Gemeenten, de hoofdfinanciers van Welzijn op Recept, financieren voornamelijk de uren van de welzijnscoaches plus de projectleiding die voor Welzijn op Recept nodig is. Het gaat bij de welzijnscoaches vaak alleen over cliëntgebonden uren en niet over de samenwerkingsuren met de eerstelijnszorg. Huisartsen missen over passende financiering voor het andere gesprek en structureel overleg voor Welzijn op Recept. De onderzoekers benadrukken dat zorgverzekeraars daarvoor verantwoordelijk zijn.

Tijd voor samenwerking
Zorgverleners in de eerste lijn hebben onvoldoende tijd voor structureel overleg over de samenwerking. Nu jagen vooral de welzijnscoaches  de samenwerking aan. De onderzoekers benadrukken dat het in deze fase van de ontwikkeling van Welzijn op Recept van cruciaal belang is dat alle betrokkenen tijd maken om van te kijken wat goed gaat en wat beker kan.

Aanbevelingen
Er wordt gepleit voor het toepassen en borgen van het model Welzijn op Recept met de essentiële bestanddelen, met oog voor lokale context. Daarvoor is noodzakelijk:

  • opschalen van het aantal verwijzingen per huisarts
  • registratie van verwijzing en terugkoppeling
  • evalueren van wat goed gaat en wat beter kan, in een structureel overleg waarin ook plaats is voor casuïstiek overleg
  • inzicht in de resultaten: aantal verwijzingen en zichtbare matches
  • inzicht in effectiviteit: effect op welbevinden en zorggebruik