Blog

Het nieuwe contracteren in Essex: “no more counting the beans”

Een contract voor 10 jaar tussen gemeente en aanbieders in het soc domein? Anno 2018? In Engeland doen ze het. Dat bleek onlangs tijdens 3-daagse studiereis naar de vermaarde London School of Ecomics.
1 mei 2018 | 2 minuten lezen

De hamvraag was natuurlijk: wat kunnen Nederlandse gemeenten en aanbieders (van sociaal werk) leren van hun collega’s in Essex? Met als subvragen: wat betekent het werken met één of een beperkt aantal hoofdaanbieder(s) voor de keuzevrijheid van een cliënt? Hoe hebben de Engelsen het partnership georganiseerd en rond welke thema’s? Wat betekenen partnership en innovatie voor de contractduur?
Allereerst wat demografische achtergrondinformatie. Essex County ligt ten oosten van Londen en bestaat uit twaalf ‘districts.’ Qua grootte komen die overeen met Nederlandse gemeenten. Essex is de op een na grootste county van Engeland en telt bijna twee miljoen inwoners. Binnen het gebied zijn grote verschillen in sociaaleconomische status.
Dan Essex’ sociaal domein in een paar steekwoorden: de focus ligt er op preventie en vroeghulp; er zijn veel commerciële aanbieders; het social work heeft er een stevige positie; aanbesteding is er gemeengoed (‘commissioning’ en ‘co-commissioning’ met onderwijs).
De integrale aanpak is gericht op outcome en daarmee uniek in Engeland. Andere counties volgen de gang van zaken dan ook op de voet. De inkoop is gericht op integrale opdrachten, voor jeugd-ggz/zorg en sociale volwassenenzorg. De belangrijkste tien kenmerken van hun inkoopproces:

  • er is een dialoog over outcome-doelstellingen met aanbieders en bewoners: ‘debating outcomes’
  • er is reflectie, flexibiliteit rond de operationalisering van outcome-indicatoren
  • ook ‘softer information’ (storytelling) hoort daarbij
  • zo nodig focussen ze op kleinere gemeenschappen met hardnekkige problemen (over meerdere generaties)
  • ‘one point of access’ (één loket voor de burger)
  • ‘one lead provider’ (één hoofdaanbieder) met ‘subcontractors’ (onderaanbieders)
  • focus op vermindering van bureaucratie (‘too much bureaucracy for social work in the past,’ blijkt uit onderzoek)
  • ‘minimizing residencial care and mobilizing community networks’ (minder zorg, meer sociale basis)
  • keuzevrijheid zit hem meer in het vrij kunnen kiezen van een professional dan van een aanbieder
  • contractduur: tien jaar

U leest het goed: een contractduur van tien jaar! Hun advies: neem de tijd, leer van elkaar, zoek naar een ‘happy balance’, al naar gelang de transitiefase waarin gemeente en aanbieders zich bevinden. En ‘aim to phase ín Outcome Measures as you phase óút (unnecessary) Activity Measures’.
Daarbij hanteren ze een ‘achievable transformation road map’. En die komt wonderwel overeen met onze recente publicatie over het nieuwe contracteren. Daarin schrijven we namelijk: ‘het nieuwe contracteren is een ontdekkingsreis: meer iets voor avonturiers dan voor strandvakantievierders. Maar is dat niet precies de uitdaging die de nieuwe werkelijkheid in het sociaal domein in Nederland voor ons in petto heeft?’
Dus ook wat mij betreft: no more counting the beans!!