Nieuwsbericht

Dialoogsessie 2: 'Ik zie de jongerenwerker echt als een soort grote broer'; Arnhemse jongeren in gesprek met jongerengezant Naïma Azough

Chris Bos
15 juli 2019 | 4 minuten lezen

Door Jennifer Elich
De Arnhemse wethouder Martien Louwers werd bij vlagen met haar neus op de feiten gedrukt: Arnhem focust te veel op veiligheid en te weinig op preventie. De samenwerking met onderwijs moet veel beter, om te voorkomen dat Arnhemse jongeren uitvallen. Positief: jongeren bestempelen de jongerenwerkers als belangrijke personen in hun directe buurt en leven: ‘ik zie ze echt als een soort grote broer.’

Het jongerenwerk moet in 2019 op de kaart! Jongerengezant Naïma Azough voert gesprekken in het land met jongeren, wethouders en jongerenwerkers. Voor de tweede dialoogsessie ging ze naar Arnhem. Op een zonnige maandagochtend in juni loopt daar jongerencentrum Motion van Stichting Rijnstad vol met jongeren en jongerenwerkers. Onder leiding van Naima Azough spreken ze met elkaar over jongerenwerk en opgroeien in Arnhem. In de stad werken ruim dertig professionals rechtstreeks via Rijnstad als jongerenwerker.

De jongeren vinden Arnhem echt hún stad. Prima om in op te groeien. Overzichtelijk, zodat bewoners elkaar binnen de wijk redelijk snel leren kennen. Er zijn wel problemen, maar zelf zien de jongeren die niet per definitie.
Jongerenwerkers in Arnhem komen wel degelijk in aanraking met jongeren en kinderen die hulp nodig hebben; hun problemen komen vooral voort uit de thuissituatie. Jongeren zien ook wel dat er soms iets niet goed gaat: “zo’n jochie dat vaak tot middernacht op straat hing omdat zijn ouders niet thuis waren.”

De jongerenwerkers en jongeren zijn het erover eens dat de laatste jaren in buurten anders gewerkt wordt. Meer vanuit participatie en burgerschap. Neem The Motion, het jongerencentrum waar we te gast zijn. Zowel de inrichting en aankleding van het pand als de activiteiten die er zijn: de jongeren hebben er een grote rol in. Er wordt steeds verbinding gelegd met de buurt. Jongeren ontdekken bezigheden en talenten, en ontwikkelen zich positief, waardoor ze minder een beroep hoeven te doen op andere voorzieningen.

Het meidenwerk is in ontwikkeling
Eén van de aanwezige meiden heeft net haar eerste contract als jongerenwerkster-meidenwerk gekregen. Zij vindt dat het echt anders is: meidenwerk. En dat meiden er wat aan hebben dat er ook meidenwerksters zijn.
Anderen vinden dat juist mannen aan meiden bepaalde zaken het best duidelijk kunnen maken. Een jongerenwerker: “Bijvoorbeeld dat ze moeten oppassen met sexting. Als een man dat zegt maakt dat volgens mij extra indruk op meisjes, want hij weet hoe je ze het bed in kunt kletsen.” Moet dit specifiek worden aangeboden? In Arnhem is de ervaring dat het een kwestie is van én-én.

Jongeren Toezicht Team Arnhem
Arnhem heeft een paar mooie eigen projecten: al jaren is het Jongeren Toezicht Team Arnhem (JTTA) actief. Ook aanwezig: Presikhaaf University, AM Supportteam en ACT Arnhem.
Jongeren die meedoen met het JTTA fungeren als rolmodellen in de stad. Ze dragen herkenbare kleding en worden getraind en begeleid.
Wethouder Louwers wordt op een krukje gezet als ‘puber met een joint, achter het station.’ Ze ondervindt aan den lijve hoe jongeren van het Jongeren Toezicht Team Arnhem andere jongeren op straat aanspreken en een pittige dialoog aangaan. Het doel van de interventies is vooral om de jongeren te helpen en hen te behoeden voor het maken van fouten die jongeren op achterstand kunnen zetten. Louwers raakt duidelijk overtuigd van de meerwaarde die deze interventies hebben op straat.

Van Brutaal naar Rolmodel
Een jongere zegt: “Ik was best brutaal. In het begin zag ik het nut van het jongerencentrum ook niet zo. Maar als je dan een tijdje omgaat met de jongerenwerkers, dan leer je zien dat hoe je doet eigenlijk niet kan. Ik leer dingen die ik van thuis niet meekrijg. Nu zit ik in het JTTA en ben ik een soort rolmodel voor anderen.”
De jongerenwerkers worden gezien als grote broer of zus. De kracht schuilt in hun persoonlijke aanpak en kennis over de stad. “Ze zijn er, en je kunt ze vertrouwen.”

Presikhaaf University
De Presikhaaf University van Melvin Kolf en Nabil el Malki is een ander mooi voorbeeld uit de stad: het biedt huiswerkbegeleiding aan meer dan 75 kinderen in de wijk Presikhaaf. Ruim 50 iets oudere jongeren helpen hen vrijwillig.
Veel van deze kinderen komen uit arme, kwetsbare gezinnen, waardoor ze ook motorische, fysieke en andere ontwikkelingsachterstanden hebben. Daarom heeft dit project zich in de loop der jaren uitgebreid tot een voorziening waarbij ook sport is inbegrepen. Presikhaaf University voorziet daarmee in basisbehoeften van buurtkinderen. Elk kind moet zich kunnen ontwikkelen. “Wij zijn buurtpedagogen die helpen opvoeden en opgroeien.”

Aansluiting onderwijs
Zorgen zijn er over de samenwerking met het onderwijs. De schooluitval die zich voordoet op het vmbo en roc is te groot in Arnhem. Alle partijen vinden dat de aansluiting tussen vmbo en roc niet goed is. Het ontbreekt aan goeie ondersteuning voor jongeren op individueel niveau, bijvoorbeeld bij het maken van de juiste onderwijskeuze. Nieuwe initiatieven in de stad pakken dat nu op: ze ondersteunen jongeren en bieden coaching als dat gewenst is. Ook met ervaringsdeskundigen. Zo probeert Arnhem de schooluitval tegen te gaan.
De Academy for Community and Talent (ACT) is er voor het bespreken van de problematiek thuis, die de schoolprestaties beïnvloedt. ACT is een samenwerking tussen (hoger) onderwijsorganisaties in Arnhem voor individuele begeleiding van jongeren. Ze zetten de jongere zelf centraal, en niet het onderwijssysteem. Dat werkt. Vernieuwing en samenwerking is hierin wel noodzakelijk, en de wil om dit tot een succes te maken. Op middelbare scholen ontbreekt dit nog.

Radicalisering in Arnhem
Als het gaat over radicalisering geeft een van de jongerenwerkers aan dat dit een thema is waarbij jongeren zelf niet inzien dat zij hun leven een andere wending moeten geven: “Zij geloven juist dat zij bezig zijn met iets groots.”
Voor jongerenwerkers ligt hier een spanningsveld: de balans tussen enerzijds vertrouwen opbouwen en dat behouden, en anderzijds het plegen van interventies. Het zoeken naar een passende rol heeft voor de jongerenwerkers wel even geduurd. Het vertrek van jongeren naar het Midden-Oosten en alles wat hiermee samenhangt had en heeft nog steeds impact op de buurt, de bewoners en de betrokken jongerenwerkers.

Een jongen uit de wijk Presikhaaf was recentelijk betrokken bij een ernstig radicaliseringsincident. Ook de jongerenwerkers weten niet precies de vinger te leggen op het hoe en waarom; het is complexe materie die jongerenwerkers iedere dag bezighoudt. Het belangrijkste vinden ze dat jongeren niet moeten worden afgestoten. De preventieve inzet op dit soort jongeren kan niet besproken worden en is onzichtbaar, maar kan wel degelijk het verschil betekenen. De balans tussen preventie en veiligheid moet hierin door de overheid gezocht worden. Jongerenwerkers hebben alleen baat bij een sterke focus op veiligheid als er tegelijkertijd wordt geïnvesteerd in preventie. Een constante samenwerking met de politie en de gemeente verdient altijd de focus van iedereen, dus ook buiten de incidenten die helaas soms plaatsvinden.