Nieuwsbericht

Ian (TOS) en Jeroen (SWV Delta) werken samen voor hun jongeren

Chris Bos
9 mei 2019 | 5 minuten lezen

Minister De Jonge komt met extra miljoenen voor de jeugdzorg, die in veel gemeenten immers veel duurder uitpakt dan begroot. Prima, die zijn hard nodig. ‘Maar,’ zegt Ernst Radius (senior adviseur Sociaal Werk Nederland), ‘de bedoeling van de decentralisatie was en is ook om de preventieve kant te versterken. Ook daar moet voldoende aandacht voor zijn. Vandaar ook mijn oproep aan het kabinet om te komen met een samenhangende totaalvisie op jeugd en opgroeien, zodat professionals aan de voor- en achterkant hun werk goed kunnen doen.’ Mooi dat Claire Vlug, vanuit de Jeugdzorgkant dat nu ook helder stelt!

Ondertussen zit men in de praktijk niet stil. Sociaal werkers en onderwijskrachten weten elkaar vaak verrassend goed te vinden, en dat gaat deels langs ongebaande wegen, stiekeme doorsteekjes en olifantenpaadjes. Zoals bijvoorbeeld in Leiden. Sociaal werker Ian Haeck van Thuis op Straat (TOS) en Jeroen Lam, traject- en stagebegeleider op SWV De Delta werken vanuit een gedeelde visie op hoe je jongeren kunt begeleiden.

Positieve cultuur
‘Veel van onze leerlingen hebben moeite met plannen en organiseren. Ze vinden het lastig om zichzelf staande te houden in de maatschappij met al haar verleidingen: drugs, alcohol, verkeerde vrienden. Hoe kan ik voor mezelf kiezen en me niet laten beïnvloeden door anderen?’ Aldus Jeroen Lam van SWV De Delta. ‘En het punt is: binnen De Delta hebben we inmiddels een positieve cultuur gerecreëerd. Leerlingen voelen zich veilig en weten wat er van hen wordt verwacht. Buiten de schoolmuren is dat een ander verhaal. Maar dan komt TOS in beeld. Ian en de zijnen zorgen voor de “transfer” van school naar de straat en naar thuis. We werken namelijk op precies dezelfde manier. En andersom halen wij zo hun kennis en kunde binnen.’

Specifiek vocabulaire
De Delta is een bovenschoolse voorziening, waar leerlingen een opleiding kunnen volgen op vmbo-lwoo-niveau. Jeroen Lam: ‘We zijn dus geen school voor speciaal onderwijs, maar we hebben wel veel leerlingen met multiproblematiek die persoonlijke ondersteuning nodig hebben. Zoals sociaal-emotionele training, agressieregulatie, zelfvertrouwen opbouwen, een reëel zelfbeeld krijgen.’
Een geijkte methode daarvoor is TOPs!. ‘Die training zit in het curriculum, zowel op de  bovenbouw als in de onderbouw. Kort gezegd gaat het erom hoe je aan probleemgedrag een positieve draai geeft.’
En TOPs! is meer dan zo maar een training. ‘Alle collega’s hier weten er van, want TOPs! hanteert een specifiek vocabulaire, met termen als TOP-gedachten en TOP-gedrag. En die begrippen hanteer je bij het bespreken van dingen waar leerlingen tegenaan lopen in het dagelijks leven en in de omgang met elkaar. En daar grijpen we ook op terug bij voorvallen binnen school.’

Vertel erover
Ook het leren omgaan met andermans normen en waarden is onderdeel van TOPs! Bij het onderdeel “Moreel redeneren” gaan leerlingen aan de hand van voorbeeldsituaties met elkaar in discussie.
Kan het dan ook gaan over hun ervaringen met discriminatie, polarisatie en interculturele spanningen? Jeroen Lam: ‘Absoluut! Maar gelukkig maken we zelden mee dat groepen leerlingen echt tegenover elkaar komen te staan. Dat gebeurt eigenlijk alleen rond homoseksualiteit, dat blijft wel een dingetje. De meningen daarover lopen zeer uiteen, deels langs cultureel bepaalde lijnen. Maar vergis je niet, ook in oer-Hollandse kringen bestaan daarover heel traditionele meningen.’
Wel zoeken ook in Leiden jongeren van pakweg 14-15 vaker het gezelschap van leeftijdgenoten met dezelfde achtergrond. ‘In de puberteit zie je dat meer dan op de basisschool. Maar dat vind ik niet per se negatief. Zeker niet bij deze kinderen, die zoeken geborgenheid bij iets bekends. Toch proberen regelmatig om de zaak open te gooien. Bijvoorbeeld bij feesten als Kerstmis en het Suikerfeest. Vertel erover, deel het lekkers.’

Dezelfde werkwijze
Dankzij al die inspanningen is de sociale veiligheid op De Delta toegenomen, blijkt uit recentelijk ingevulde vragenlijsten. Pesten is tot een minimum gereduceerd, mede omdat De Delta werkt met kleine klasjes. ‘Maar,’ voegt Jeroen Lam daaraan toe, ‘we zien natuurlijk alleen wat er op school gebeurt.’
De nauwe samenwerking met TOS is daarom een welkome manier om het beeld over leerlingen te completeren én het op school geleerde naar de wijk te vertalen. Onder anderen TOS-teamleider Ian Haeck is regelmatig op De Delta te vinden. Op afgesproken dagen neemt hij in de middagpauze vooral de jongens mee naar het voetbalveldje naast de school. Tijdens de pauze kunnen ze zich daar twintig minuten uitleven. Maar dat niet alleen.
Jeroen Lam: ‘Ian en ik hebben dezelfde werkwijze. Dat is geen opzet, dat blijkt in de praktijk. Het is ook de beste manier om die jongeren te benaderen: tussen neus en lippen door informeren hoe het met iemand gaat en zo vertrouwen winnen. Ian doet dat rond het sportveld, ik in het klaslokaal. En daarover wisselen we iedere week informatie uit. Hij kent sommige jongeren ook al vanaf de kleuterschool. En hun gezinnen.’

Altijd herkenbaar
De medewerkers, stagiaires en vrijwilligers van TOS richten zich op kinderen, tieners en jongeren. Het doel is allereerst om het spelen in de buitenruimte te stimuleren. Daarom zijn TOS’ers regelmatig op straat, in speeltuinen en op speelplekken te vinden, en altijd herkenbaar aan hun TOS-shirt.
Die opvallende maar laagdrempelige aanwezigheid is het handelsmerk en de kracht van de TOS-methodiek, aldus TOS-directeur Marieke van Kesteren: ‘En juist in wijken waar kinderen zich terugtrekken op hun eigen territorium leren we hen dat ze ook daarbuiten kunnen functioneren en hoe ze hun hun netwerk en vaardigheden kunnen verbreden. En onze mensen signaleren geregeld problemen en bespreken die ook met de ouders thuis. Als je iemand kent en vertrouwt vind je het minder erg als die iets opmerkt over je kind of over jouw handelen als ouder. Daarom koesteren we dat; en daardoor kunnen we ze zo nodig in contact brengen met de hulpverlening of andere instanties. En als contactpersoon voor De Delta deelt Ian dergelijke signalen ook met hen.’

Supertrots
TOS heeft nog een andere meerwaarde voor De Delta. Jeroen Lam: ‘Geregeld lopen leerlingen van ons stage bij TOS; dan gaan ze mee de wijk in bij het aanbieden van sport- en spelactiviteiten aan jongere kinderen. Dat is goed voor hun sociale vaardigheden; ze ervaren een werkstructuur én ze komen in aanraking met de normen en waarden die TOS daarbij hanteert. Zoals aandacht hebben voor anderen, welke dingen zeg je wel en niet, niet vloeken en schelden, wat doe je als je ziet dat er gepest wordt, wat doe je met vertrouwelijke informatie?’
Jeroen en Ian stellen voor iedere stagiaire eigen leerdoelen op, aansluitend bij diens specifieke mogelijkheden en onmogelijkheden. ‘En als stagiaires met een donkere huidskleur gaan werken in een wijk met bewoners die daar zo hun eigen ideeën hebben over, dan bereiden we hen daar op voor. Alleen al doordat ze weten wat ze kunnen verwachten loopt dat vaak soepeler.’
Ook andere TOS-projecten bieden aanknopingspunten voor leerlingen van De Delta. Jeroen Lam: ‘Er was een jongen die van thuis weinig geld kreeg, maar hij slaagde er niet in een bijbaantje te vinden. Dankzij Ian kon hij terecht bij het zakgeldproject van TOS en samen met anderen allerlei klusjes doen in de wijk. Daar verdienen ze iets mee. Geen wereldbedrag, maar hij was supertrots, het doet zó veel met zo’n jongen.’

Betere banen
Geld verdienen kan trouwens binnen bijvoorbeeld Nederlands-Marokkaanse gezinnen in dit deel van Leiden een spanningsbron zijn, is de ervaring van Ian. ‘Meisjes doen het vaak beter in het onderwijs, die komen aan het werk en krijgen betere banen. En wat je nu ook ziet: die meiden vinden jongens uit hun eigen kring tegenwoordig minder interessant als huwelijkskandidaat. Wat het gevoel van falen bij die jongens alleen maar vergroot.’
Zeker als dat effect wordt opgeteld bij ervaringen als “vanwege je achternaam geen stage kunnen vinden” kan dat leiden tot wantrouwen tegenover de samenleving, stelt Ian. En ook tot polarisatie? ‘Dat zie ik niet zo vaak, al is het er denk ik wel. Dat merk je bijvoorbeeld als je ze vraagt of ze voor Oranje of voor Marokko zouden willen voetballen. Dan kiezen de meesten voor Marokko.’
Maar extremisme is nog weer heel iets anders. ‘We hadden ooit een Leidse Syriëganger. Die is in een paar weken geradicaliseerd. Ik heb nog met hem gevoetbald. Hij was altijd heel vriendelijk. Niemand had wat in de gaten, ineens was hij weg. En nu komt hij terug. Volgens sommige jongens was hij niet goed bij zijn hoofd, maar andere zijn best nieuwsgierig naar zijn ervaringen. Die tweedeling zie je ook bij kleinere vergrijpen, ik noem maar wat: winkeldiefstal. Sommige jongens tillen daar niet zo zwaar aan, andere vinden dat absoluut niet kunnen. Dus je moet zorgen dat die tweede groep de overhand krijgt. Dan daalt zo’n jongen in status. Als zijn vrienden zeggen “wat een loser”, dan zijn we op het goede spoor. Daar zijn we de hele dag mee bezig.’