Nieuwsbericht

Onderzoek: vrijwillig kinder- en jongerenwerk van onschatbare waarde

16 mei 2022 | 2 minuten lezen

Het vrijwillig kinder- en jongerenwerk in Nederland is van onschatbare waarde: wekelijks krijgen zo’n twee miljoen kinderen via deze weg een plezierige vrijetijdsbesteding en worden zij gestimuleerd om hun sociale vaardigheden te ontwikkelen. Ook kinderen in kwetsbare situaties worden bereikt, zo blijkt uit onderzoek van DSP-groep in opdracht van Sociaal Werk Nederland, het Nederlands Jeugdinstituut en Hogeschool van Amsterdam en met ondersteuning van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De vrijwillige activiteiten zijn complementair aan het professionele kinder- en jongerenwerk, waar de nadruk meer ligt op hulp bij het oplossen van problemen bij kinderen en jongeren in meerdere leefgebieden.

Aanleiding onderzoek
Uit eerder onderzoek naar het professionele kinder- en jongerenwerk in Nederland is gebleken welke pedagogische meerwaarde deze vormen van sociaal werk kunnen hebben voor de jeugd. Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen, ontstond de behoefte om ook het vrijwillig kinder- en jongerenwerk in kaart te brengen, met een focus op het domein van welzijn. Het onderzoek van DSP-groep betrof zowel landelijk georganiseerde organisaties (zoals Scouting Nederland, Jong Nederland, Jantje Beton) als onafhankelijke kinder- en jongerenwerkorganisaties, gemeenten en vrijwilligerscentrales. In totaal hebben 526 organisaties deelgenomen aan het onderzoek dat bestond uit desk research, enquêtes en aanvullende interviews.

Sociale vaardigheden en plezier
De deelnemende organisaties geven aan dat voor hen het stimuleren van sociale vaardigheden (87%) en het bieden van plezier en ontspanning (84%) voorop staan. De belangrijkste doelgroep waarop zij zich richten, zijn kinderen en jongeren tussen 11 en 15 jaar (83%). Dit is een belangrijke leeftijdsfase waarin veel veranderingen in korte tijd plaatsvinden, zoals de overgang naar de middelbare school en start van de puberteit. Ongeveer een kwart van de organisaties geeft aan aandacht te besteden aan specifieke doelgroepen, waarbij iets meer dan de helft kwetsbare kinderen en jongeren noemt.

Groot bereik, bescheiden budget
De landelijke en lokaal georganiseerde organisaties weten wekelijks zo’n twee miljoen kinderen en jongeren te bereiken: dat is ongeveer de helft van alle kinderen tussen de 4 en 25 jaar. Hierbij wordt met diverse organisaties samengewerkt, waarbij scholen, gemeenten en kerken het vaakst zijn genoemd. De samenwerking bestaat vooral uit het gezamenlijk organiseren van activiteiten, het benutten van elkaars voorzieningen, het bereiken van nieuwe doelgroepen en het uitwisselen van ideeën. De budgetten in het vrijwillig kinder- en jongerenwerk zijn vaak bescheiden, waarbij vooral de gemeenten financiële ondersteuning bieden.

Aanbevelingen
Met vaak bescheiden middelen weet het vrijwillig kinder- en jongerenwerk veel jonge mensen te bereiken en te betrekken, waarbij zij complementair zijn aan het professionele kinder- en jongerenwerk. Het verdient dan ook aanbeveling om te onderzoeken hoe organisaties die nu geen (gemeentelijke) ondersteuning krijgen, geholpen kunnen worden. Ook kan nader worden onderzocht wat de meerwaarde kan zijn van samenwerking met bijvoorbeeld scholen, welzijn en kinderopvang. Daarnaast zijn in het vrijwillig kinder- en jongerenwerk veel oudere vrijwilligers actief: het is zaak om hen de komende jaren aan boord te houden en in te zetten op het aantrekken van nieuwe, jongere vrijwilligers. Mogelijk kan de maatschappelijke diensttijd hierin een rol spelen. Het onderzoek verdient ten slotte een vervolg om ook het terrein van sport en cultuur nader in kaart te brengen.

In samenwerking met het Nederlands Jeugdinstituut en Hogeschool van Amsterdam deden we eerder onderzoek naar de waarde van het kinderwerk (zie rapport en infographic, 2021) en het jongerenwerk in Nederland (zie infographic, 2022).