Nieuwsbericht

Zorg en hulp onvoldoende toegerust op patiënten met ernstige psychische aandoening

Chris Bos
18 april 2019 | 2 minuten lezen

De veiligheid van mensen met een ernstige psychische aandoening en die van hun omgeving is onvoldoende geborgd in het huidige zorgsysteem. De complexe problematiek is daarnaast van invloed op hun zelfredzaamheid. Bovendien zijn zij voor zorg en hulp afhankelijk van veel verschillende organisaties, die niet vanzelfsprekend met elkaar samenwerken. Dit blijkt uit het rapport ‘Zorg voor veiligheid – Veiligheid van mensen met een ernstige psychische aandoening en hun omgeving’.

Nederland telt ongeveer 250.000 tot 300.000 mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA). Ongeveer 20.000 mensen uit deze groep verkeren in acute zorgnood. Voor hen is de problematiek vaak chronisch en meervoudig. Het huidige zorgstelsel is zo ingericht dat niet de zorgbehoefte van de patiënt met een EPA centraal staat, maar dat het zorgaanbod van instellingen leidend is. De verschillende problemen worden elk door verschillende organisaties opgepakt.
Personen met een EPA mijden soms zorg of zijn als gevolg van hun aandoening niet goed in staat om hun eigen hulpvraag te formuleren, hoewel dit een belangrijk uitgangspunt in de zorg is. De Onderzoeksraad heeft zeven casussen onderzocht waarbij de veiligheid van deze mensen en hun omgeving in het geding was. In de praktijk blijkt dat er op het gebied van veiligheid nog winst valt te boeken voor zowel patiënten als hun omgeving. Veiligheid wordt door de Raad beschouwd als onlosmakelijk onderdeel van goede zorg.

Ook hulp nodig voor huisvesting, financiën, relaties
Het kost veel tijd om de juiste hulpbehoefte voor mensen met een EPA vast te stellen. Naast geestelijke gezondheidszorg (ggz) hebben zij ook vaak hulp nodig op het gebied van huisvesting, financiën, relaties, werk en dagbesteding. Als de hulpbehoefte eenmaal duidelijk is, kan het echter lang duren voordat een EPA-patiënt ook de juiste hulp krijgt aangeboden. De financieringsstructuren voor zorg en ondersteuning zijn nu niet ingericht op het bieden van de meervoudige hulp die deze kwetsbare groep nodig heeft. Wachttijden in de ggz en in het sociale domein belemmeren de toegang tot passende zorg en hulp. Daarbij komt dat zorgaanbieders zich terughoudend opstellen in het aanbieden van deze relatief dure zorg.

Aanbeveling
Op grond van deze uitkomsten doet de Raad ook aanbevelingen. Waaronder deze:
Om structureel passende zorg voor personen met een EPA te kunnen bieden, die aansluit op de zorgbehoefte, beveelt de Raad de minister en staatssecretaris van VWS aan een aanvullend akkoord af te sluiten met meerdere partijen dat specifiek gericht is op zorg en hulp aan de meest kwetsbare personen met een EPA. Hierin dienen maatregelen te zijn opgenomen op het gebied van financiering, informatie-uitwisseling en handelingsruimte van professionals. Dit moet leiden tot een zorgaanbod vanuit één budget dat aansluit op hun behoefte aan zorg en ondersteuning, waardoor patiënten beter worden geholpen en de veiligheid van hen en hun omgeving verbetert.

Wat Sociaal Werk Nederland betreft toont dit onderzoek aan hoe belangrijk het is dat er in buurten en wijken voldoende ondersteuning is voor deze groep. Dat geldt zeker voor wijken waar relatief veel mensen met EPA (komen) wonen. Met deze uitkomsten in de hand kunnen sociaalwerkorganisaties hun gemeenten daar nog eens extra op wijzen.