Nieuwsbericht

Avondklokrellen: protest of uitlaatklep?

Chris Bos
27 januari 2021 | 5 minuten lezen

Politicoloog Gaard Kets gaf op dinsdag 26 januari via Radboud Reflects op Youtube een “actualiteitencollege” over de avondklokrellen. Gijs de Louw, directeur van Compass Uden, was erbij en doet verslag.

De protesten tegen de avondklok bepalen het nieuws. Sinds zaterdag zijn er talloze demonstraties tegen het coronabeleid die vaak uitmonden in gewelddadige rellen waarbij binnensteden worden verwoest. In reactie hierop werden in verschillende steden noodverordeningen afgekondigd. De media reageren geschokt en burgemeesters spreken van burgeroorlog. Hoe heeft de situatie zo kunnen escaleren?

Opstand der horden
Politicoloog Gaard Kets verwerpt het beeld dat het enkel gaat om mensen die “lekker willen rellen”. Hij ziet de huidige protesten als een gevolg van het feit dat het politieke debat over corona steeds gericht is geweest op consensus. Dat dit uiteindelijk tot escalatie leidt, hoeft ons niet te verbazen.

Laten we voorop stellen dat het lastig is om deze situatie goed te duiden nu we er nog middenin zitten. Zondag begon de dag zowel in Amsterdam als Eindhoven met een redelijk vreedzaam protest, waarbij er niet per se een gewelddadige intentie was. Maandagavond was die situatie echter heel anders. Toen waren er weinig vormen van expliciet politiek protest zichtbaar: geen spandoeken, geen borden.

Toch moet je volgens Kets voorzichtig zijn om te stellen dat “het corona-protest” is gekaapt door relschoppers. Er is een analyse op los te laten die op zijn minst een politieke dimensie aan deze rellen geeft.

Grieven
Kets stelt dat veel mensen “grieven” hebben. Ze hebben het gevoel dat belangrijke principes of rechten worden geschonden en hen worden ontnomen. Het moment dat die grieven een collectief gevoel worden werkt dat als katalysator en ontstaat er een groepswoede. Dit kan in de vorm van een protest, maar dus ook in de vorm van rellen, zoals we momenteel zien. Hoe groter de woede (het gedeelde gevoel van teleurstelling),  hoe groter de bereidheid om als individu te participeren in dit soort zaken.

De politici staan in rijen klaar om te melden dat deze rellen niets met corona of met de avondklok van doen hebben. Kets stelt dat je vanuit de politicologie hier toch wel afstand van moet nemen. Het heeft wel degelijk met het corona-debat te maken. Volgens Kets is het coronaproces het afgelopen jaar bijna volledig gedirigeerd vanuit consensus, maar niet per se vanuit unanimiteit.

Onze samenleving gaat normaliter uit van conflicten en belangen, en die conflicten worden gekanaliseerd (door het functioneren van de democratie, debatten in de maatschappij en in Den Haag). Momenteel is het kabinet echter een soort uitvoerder van een neutraal medisch gegeven: ze voeren uit wat het OMT adviseert en de maatschappij heeft zich daar maar aan te houden.
Er is weinig discussie mogelijk en tegengeluiden hebben weinig ruimte. Als je die vervolgens onder de tafel stopt kan dit leiden tot escalatie, zoals demonstraties of rellen.

Avondklok
Vervolgens komt er een avondklok die weer enorm gepolitiseerd is. Sommige politieke partijen hebben tijdens de rellen zelfs tegen het kabinet geageerd en opgeroepen tot verzet tegen de voortgaande betutteling. Voor een deel kan dit verklaren wat we de afgelopen dagen in onze steden gezien hebben.

De avondklok is dan de druppel die de emmer doet overlopen, zeker voor jongeren. De maatregel is in principe ook redelijk expliciet voor hen bedoeld, terwijl ze voor hun gevoel al flink gestraft zijn afgelopen 10 maanden, gezien alle beperkingen voor de bestrijding van het virus. En dat terwijl de klachten en risico’s bij besmettingen voor jongeren doorgaans vrij laag zijn. Het vuur laait op en de vlam kan op ieder moment in de pan slaan. En doet dat dus ook.  

Hoe reageer je hier als maatschappij dan op?
Kets stelt dat het gezag in elk geval geen de-escalerende taal heeft gebruikt. Burgemeesters spraken van eencelligen, van een burgeroorlog, de inzet van het leger. Maar hoe je het ook wendt of keert, je zult iets moeten met de ongenoegens van deze groepen.

Toch blijft het lastig. Er is geen homogene groep. We weten gewoon nog niet wie de relschoppers precies zijn en waar ze vandaan komen. Het lijkt erop dat een groot deel van de stenengooiers en plunderaars jongeren zijn: jongvolwassenen, scholieren, kinderen. Onder hen leven zeker de eerder genoemde ongenoegens. Ook speelt verveling hier een rol, zo’n avond is simpelweg ook entertainment. Kets vergelijkt dat met Project X in Haren, daar was het ook dagenlang onrustig, tijdens een verder vrij saaie zomer. Er was zeker geen politiek doel.

Gehoord
De oplossing voor de middellange termijn ligt voor de hand. Zorgen dat mensen zich gehoord voelen. Mensen niet wegzetten als eencelligen, of roepen dat de relschoppers mensen zijn die buiten de maatschappij staan. Ook de relschoppers zijn burgers (of kinderen van burgers) met wie je het gesprek moet aangaan. Wat zijn hun grieven, en hoe pakken we dat samen op in een maatschappelijk debat?

Samen het debat voeren, daar heeft de lokale middenstander die zijn ruiten dicht timmert natuurlijk helemaal niks aan. En daarom vraagt dit probleem ook een oplossing op meerdere fronten. Ja, de overheid moet, gesteund door het sociaal werk, het gesprek opnieuw aangaan met de maatschappij. Na het rücksichtslos volgen van alle adviezen van het OMT (wat het afgelopen jaar, en nu nog steeds heel hard nodig is, laten we daar heel duidelijk over zijn!) komt er ook een periode dat we weer samen het debat over de maatschappij moeten voeren. Daarbij moeten we ons niet meer (of in elk geval een stuk minder) laten adviseren door medische adviezen. We moeten aandacht blijven houden voor onze kwetsbaren en die ondersteunen waar we kunnen. Daarvoor is aandacht, tijd, geduld, tegemoetkoming en respect nodig.

Oud normaal
Maar met dat alleen redden we het niet. We moeten aan de andere kant hard optreden, escalatie voorkomen. Vertoon je crimineel gedrag, dan wordt er gehandhaafd, punt.
Ook hier ligt een taak voor de ouders, zoals Rotterdams burgemeester Ahmed Aboutaleb dinsdagochtend in een videoboodschap op Twitter zei: "Heeft u uw zoon gemist gisteren? Heeft u zich afgevraagd waar die was? Heeft u gebeld van: kom thuis, want het is 21.00 uur geweest. Of heeft u toch de gestolen spulletjes gezien en gedacht: het is normaal dat het zo gaat?"

De oplossing zit hem dus niet in een keuze tussen het leger of een luisterend oor; de oplossing zit hem in het verenigen van beide. De grieven die momenteel geuit worden moeten we een plek geven; burgers moeten weer het gevoel krijgen dat ze veilig zijn in hun eigen stad. Ongenoegens zullen moeten worden besproken in het maatschappelijke debat dat we uiteindelijk weer samen kunnen voeren. Zo ontstaat er weer een soort van “oud normaal”, waarbij er ruimte is voor discussie, maar waar er ook grenzen zijn. Grenzen waaraan het gros van de maatschappij zich zal houden, waarbij een deel het randje opzoekt, maar waarbij grensoverschrijdingen leiden tot consequenties.