Nieuwsbericht

SZW organiseert rondetafelgesprekken voor versnelde aanpak van armoede en schulden

Chris Bos
2 juli 2020 | 3 minuten lezen

De komende zomer worden er rondetafelgesprekken georganiseerd om te komen tot een versnelde en geïntensiveerde aanpak van armoede en schulden. Dat zei staatssecretaris Tamara van Ark tijdens het AO op 18 juni, dat onder meer ging over het thema Armoede en schulden. Sociaal Werk Nederland heeft samen met de VNG, Divosa, NVVK en LCR input gegeven voor dat AO. Deze punten worden ook meegenomen in de uitwerking van de rondetafelgesprekken met gemeenten, uitvoeringsorganisaties en private en maatschappelijke organisaties.

Vanwege tijdgebrek is het AO op 18 juni geschorst halverwege de eerste termijn van staatssecretaris Van Ark. Woensdag 24 juni rondden SZW en de staatssecretaris het AO af. Ter voorbereiding op het vervolgoverleg stuurde Van Ark een brief met antwoorden op nog niet beantwoorde vragen. Daaruit een kleine selectie met voor sociaalwerkorganisaties interessante passages:

“Waar eerst de acute financiële problemen en zorgelijke ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zichtbaar werden, wordt nu ook duidelijk dat problematische schulden zullen toenemen, en dat de werkloosheid volgens het CPB kan verdubbelen.
Dat betekent dat meer mensen een beroep zullen doen op bijstand of schuldhulpverlening of risico lopen op armoede. (…) Dat vraagt dat we met urgentie de maatregelen van de Brede Schuldenaanpak uitvoeren. Daarmee wordt een solide basis gelegd voor de schuldenaanpak. En daarmee zijn we echt goed op weg. Dat doen we door samen met gemeenten, uitvoeringsorganisaties en private en maatschappelijke organisaties te komen tot een versnelde en geïntensiveerde armoede en schuldaanpak. We bezien welke maatregelen uit de Brede Schuldenaanpak nu versneld kunnen worden en welke aanvullende maatregelen getroffen kunnen worden. Om dit te realiseren worden in de periode tot september rondetafelgesprekken georganiseerd over relevante (beleids)thema’s op het terrein van armoede en schulden, die moeten leiden tot concrete afspraken over vervolgstappen.”

“Preventie gericht op mensen die risico lopen op schulden verdient meer aandacht, zoals het lid Wörsdörfer (VVD) terecht opmerkte. Deze groepen zijn lang niet altijd in beeld van de schuldhulpverlening en meer inzicht is nodig in hoe mensen die zich in deze situatie bevinden gevonden en ondersteund kunnen worden. Gedragswetenschappelijke inzichten over het bevorderen van gezond financieel gedrag zijn hierbij onmisbaar.

Ik zal in overleg gaan met partijen als het Nibud, de Hogeschool Utrecht (Lectoraat Schuldpreventie en Vroegsignalering) en de WRR om te onderzoeken wat kansrijke beleidsinterventies er zijn om preventie van schulden voor de genoemde groepen te bevorderen. Daarnaast is preventie een belangrijk thema voor de rondetafels die ik organiseer om te bespreken welke extra stappen kunnen worden gezet.”

“Het lid Wörsdörfer (VVD) deed de oproep om meer in te zetten op vroegsignalering van schulden en om gemeenten hierbij te ondersteunen. Ik ben blij dat uw Kamer op 10 maart de wijziging van de Wet gemeentelijk schuldhulpverlening heeft aangenomen. De wetswijziging maakt het mogelijk mensen met problematische schulden beter en eerder te bereiken en ook sneller te helpen. Vooruitlopend op het wetsvoorstel werken gemeenten al samen aan de uitvoering, bijvoorbeeld door nu al actief afspraken maken met schuldeisers in het landelijke convenant vroegsignalering. Ik ondersteun waar ik kan. Ik doe dat onder andere door het project ‘Vroegsignalering schulden landt in Nederland’ te subsidiëren.”

“Het lid Van der Graaf (CU) benadrukte het belang om juist nu te zorgen voor laagdrempelige, vroegtijdige hulp, gecombineerd met een stevige landelijke campagne die zich richt op nieuwe kwetsbare groepen
Ik ben het met lid Van der Graaf eens dat we nu in actie moeten komen. We moeten ons gezamenlijk voorbereiden op een aanzienlijke toename van het aantal mensen dat in financiële problemen dreigt te komen. Deze mensen moeten snel en adequaat geholpen worden zodat ze niet nog verder in de problemen raken. Dat vraagt om een intensieve en integrale aanpak op het armoede-en schuldenbeleid. Daar werk ik aan, samen met gemeenten en maatschappelijke organisaties.
Er loopt al veel, zoals de brede schuldenaanpak en de ambities kinderarmoede. Die trajecten gaan onverminderd door. Daarnaast bekijk ik met betrokken organisaties hoe we deze maatregelen kunnen versnellen en versterken. Een voorbeeld is het breder toepassen van de noodstopprocedure. Daarover ga ik met verschillende uitvoeringsorganisaties, zoals de Belastingdienst, het UWV en de SVB in gesprek.”

“Het is ook belangrijk dat mensen met financiële problemen snel hulp zoeken om erger te voorkomen. Voor kinderen in armoede en schulden lopen publiekscampagnes. Deze worden momenteel verbreed en geïntensiveerd, zodat we ook nieuwe doelgroepen bereiken en betere bekendheid geven aan voorzieningen. Zo wordt de schuldencampagne “Kom jij eruit” verbreed. Dat betekent dat: 1) de doelstellingen van de campagne worden aangepast, van alleen taboe doorbreken naar verbreding op preventie en oplossingsgerichtheid; 2) ook de doelgroep wordt verbreed, met ‘nieuwe doelgroepen’; 3) de kernboodschap van de campagne wordt aangepast aan de huidige actualiteit. Mensen moeten weten waar ze met financiële problemen terecht kunnen en op welke ondersteuning ze kunnen rekenen. Ik ga hierover ook in gesprek met stakeholders bij de rondetafels die ik deze zomer organiseer.”

“Het lid Van Beukering (D66) vroeg of ik bereid ben om aan mijn ambtsopvolger te vragen bij de VNG het belang van laagdrempelige hulp te benadrukken.
De VNG en haar leden zijn zich bewust van het belang van laagdrempelige hulp. Dit is onderdeel van de bestuurlijke uitgangspunten schuldhulpverlening die de VNG heeft opgesteld. Gemeenten zorgen voor breed toegankelijke schuldhulpverlening voor alle inwoners. De wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening verduidelijkt dit nogmaals en versterkt de rechtspositie van iemand die om hulp vraagt. Zo staat bijvoorbeeld dat een hulpvraag zowel schriftelijk als mondeling kan worden gesteld.”