Nieuwsbericht

Hoe pak je polarisatie aan als sociaal professional?

30 juni 2020 | 2 minuten lezen

De aandacht voor polarisatie in Nederland is groot. Gemeenten, politie, sociaal professionals: velen zoeken naar houvast om ongewenste polarisatie vroegtijdig te signaleren en aan te pakken. Wat doe je als groepen in de samenleving tegenover elkaar komen te staan? En hoe zorg je voor verbinding tussen verschillende groepen burgers?

Om gemeenten en sociaal professionals meer handvatten te geven voor de aanpak van (ongewenste) polarisatie langs etnische en religieuze lijnen, heeft Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS) in kaart gebracht welke wetenschappelijke theorieën en praktijkaanpakken toepasbaar zijn voor preventie van- en omgaan met ongewenste polarisatie. Dit heeft geresulteerd in een uitgebreid overzicht van theorieën en aanpakken, die nog niet eerder op deze wijze bij elkaar waren gebracht. Het rapport is te downloaden op kis.nl.

Polarisatie niet altijd onwenselijk
Anders dan vaak wordt gedacht, is polarisatie niet altijd onwenselijk; het kan voor de samenleving ook productief zijn en de emancipatie van minderheidsgroepen in gang zetten. Als deze groepen voor zichzelf opkomen, dan levert dit tijdelijk spanningen op die uiteindelijk kunnen leiden tot een nieuw maatschappelijk evenwicht. Polarisatie kan echter ook bestaande verschillen verscherpen waardoor ze tot hardnekkige tegenstellingen uitgroeien, en groepen niet meer constructief met elkaar kunnen communiceren. We spreken dan van ongewenste polarisatie. Om daar wat aan te doen, moet je weten waar polarisatie vandaan komt, bij wie het speelt en welke factoren een rol spelen in het ontstaan en de ontwikkeling ervan.

Voor wie?
Deze publicatie is primair bedoeld voor gemeenten en (sociaal) professionals, zoals handhaving, jongerenwerk, opbouwwerk, die meer handvatten willen hebben voor de aanpak van ongewenste polarisatie in het sociaal domein, om polarisatie vroegtijdig te signaleren en om houvast te creëren in situaties waar maatschappelijke spanningen (kunnen) ontstaan. In eerste instantie geldt dit voor de Nederlandse context maar handvatten zijn mogelijk ook toepasbaar in de Vlaamse context.

Overzicht van theorieën en praktijkaanpakken
Het KIS-rapport beschrijft welke wetenschappelijke theorieën en praktijkvoorbeelden relevant zijn voor de aanpak van ongewenste polarisatie. En het geeft een praktisch schema in welke situatie en waarom deze kunnen worden toegepast. Het schema combineert fasen van polarisatie, de locatie waar het zich voordoet en doelgroepen met de theorieën en praktijkaanpakken. Vragen die je je kunt stellen om tot een juiste aanpak te komen, zijn bijvoorbeeld: wat is de fase van polarisatie? Is er duidelijk sprake van twee groepen die tegen over elkaar staan of niet? Waar precies vindt de polarisatie plaats? In een wijk, school, op sociale media? Wat is de doelgroep, wie moet aan de slag gaan om de polarisatie te verminderen? Kan er sprake van zijn dat de polarisatie zich ook binnen groepen afspeelt? Omdat situaties waarin ongewenste polarisatie optreedt vaak complex zijn , is een combinatie van aanpakken/theorieën daarbij meestal het meest geschikt.

Vervolg op deze verkenning
Als vervolg op deze verkenning van theorieën en praktijkaanpakken van polarisatie beoogt KIS om een overkoepelend model voor de aanpak van polarisatie te ontwikkelen. Dit model maakt verder inzichtelijk voor gemeenten en uitvoerend professionals welke combinaties van aanpakken mogelijk zijn om ongewenste polarisatie te voorkomen of te verminderen. Ook zal KIS een praktische handleiding maken die gemeenten en uitvoerend professionals kan helpen om bij veelvoorkomende casuïstiek van polarisatiedynamieken de juiste handelingsperspectieven te kiezen.

Rapport downloaden op kis.nl
De publieksversie van het rapport Theorieën en praktijkaanpakken van polarisatie kun je hier downloaden. Op die pagina vind je ook de uitgebreide publicatie.

Over KIS
KIS wordt uitgevoerd door het Verwey-Jonker Instituut en Movisie en gefinancierd door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het Verwey-Jonker Instituut en Movisie werken samen met gemeenten en onderwijsinstituten als (v)mbo’s, hbo’s en universiteiten. Ook is er veel samenwerking of contact met zelforganisaties, sociale ondernemers, zorg-, welzijn- en maatschappelijke (zelf)organisaties, taalscholen en Roma- en Sinti-organisaties.