Nieuwsbericht

Ouders lopen weg - teruggave ouderbijdrage ook bepleit voor niet-KOT-ouders

24 maart 2020 | 3 minuten lezen

Teruggave ouderbijdrage ook bepleit voor niet-KOT-ouders
De meeste aanbieders van het peuterwerk informeren de ouders over de ministeriële richtlijnen rond facturering en het achteraf terugkrijgen van eigen ouderbijdrage. Die richtlijnen gelden echter uitsluitend voor de ouders die gebruik kunnen maken van de kinderopvangtoeslag (KOT).

Gemeentelijke subsidie in plaats van KOT
De teruggave geldt dus nadrukkelijk niet voor de ouders die niet vallen onder de KOT, maar die gebruikmaken van een gemeentelijke subsidieregeling en dus vaak ook eigen ouderbijdrage moeten betalen. Peuteropvangaanbieders worden nu geconfronteerd met problemen: als ouders niet betalen, legt de gemeente dan bij? Eén aanbieder meldde dat dit maandelijks zo’n 10.000 euro betreft.

Faillissement is voor aanbieders een reëel risico
Deze aanbieders voorzien snel meer problemen bij die ouders die niet vallen onder de KOT;  door de berichten over langdurige sluiting van scholen en kinderopvang zeggen deze ouders hun peuteropvang op. Dat geldt vooral voor ouders van wie het kind vlak voor, tijdens of na de zomervakantie vier jaar wordt. Uiteraard gaat het dan om die ouders die het financieel niet breed hebben, en voor wie deze ‘kostenbesparing‘ belangrijk is. Voor de aanbieders betekent dit echter een flinke derving van inkomsten die leidt tot concrete financiële problemen bij de organisatie en mogelijk zelfs tot een faillissement.

Gemeenten: help en compenseer
Inmiddels krijgt Sociaal Werk Nederland gelukkig ook signalen dat er wel degelijk gemeenten zijn die het initiatief nemen om ook de eigen bijdrage te vergoeden voor peuters in de opvang zonder recht op toeslag. Sociaal Werk Nederland pleit ervoor om daar met met spoed een landelijke regeling van te maken die meeloopt met de regeling voor toeslagouders die  vrijdag 20 maart 2020  is gepubliceerd.

Rijk moet snel repareren met compensatieregeling voor niet-KOT-ouders
Wij pleiten voor een spoedige compensatieregeling voor niet-KOT-ouders waarover ook zo snel mogelijk wordt gecommuniceerd. In overleg met bureau Buitenhek komen wij tot een grove berekening van de compensatiekosten voor deze doelgroep. Het zou ongeveer gaan om circa € 2,5 miljoen per maand, of € 30 miljoen op jaarbasis, uitgaande van 50.000 peuters zonder KOT in de peuteropvang x 280 uur per jaar x 25%[1] x € 8,17[2]).        

Aanbevelingen
Naar aanleiding van de bovenstaande inventarisatie heeft Sociaal Werk Nederland aanbevelingen geformuleerd. Deze aanbevelingen hebben we besproken met de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK). Deze neemt de volgende aanbevelingen namens ons mee in het overleg met de VNG:

  1. Maak in de communicatie vanuit ministeries naar ouders duidelijk voor welke groep ouders de ouderbijdrage wordt gecompenseerd . Maak daarbij onderscheid tussen ouders die wel Kinderopvangtoeslag (KOT) gebruiken en ouders die daar niet voor in aanmelding komen.
  2. Gelet op de acute situatie pleiten wij voor een gelijke compensatieregeling voor niet-KOT-ouders en zo spoedig mogelijk het publiceren hiervan, om te voorkomen dat ouders de kinderopvang opzeggen en dat aanbieders daardoor failliet gaan.  
  3. Vraag de VNG een richtlijn op te stellen voor gemeenten als het gaat om financiële compensatie voor  inkomstenderving van de peuterorganisaties als gevolg van uitval van peuters voor de periode tot na de zomervakantie.
  4. Volg de richtlijnen van het ministerie van SZW om ouders wel de volledige factuur te sturen, zowel ouders die gebruik maken van de KOT als niet-KOT ouders. Maak daarbij gebruik van de informatie van het ministerie hierover.
  5. Gelet op de crisissituatie, de financiële impact en de onzekere gevolgen adviseren wij onze leden geen investeringen te doen in uitbreiding van arbeidscontracten of accommodaties voor de uitbreiding van het VE-aanbod per 1/8/2020. We pleiten ervoor dat OCW een standpunt inneemt over de vraag of die uitbreiding van het aanbod per 1/8/2020 nog geëist kan worden van gemeenten en de aanbieders. 

Voor de ondernemers in de peuteropvang adviseren wij nog het volgende: maak een liquiditeitsplanning; maak gebruik van uitstel van betaling van belasting/premies et cetera; en maak gebruik van de nieuwe regeling werktijdverkorting (NOW) zodra het loket daarvoor open is.     

[1] Ouders in peuteropvang zonder KOT hebben vaak een lager inkomen dan dagopvangouders en betalen daarom ook een relatief lagere ouderbijdrage.

[2] De compensatieregeling ouderbijdrage loopt tot het max. tarief van de KOT, aanbieders nemen zelf het plusje daarboven voor hun rekening. In de peuteropvang komt het voor dat het plusje boven het max tarief hoger is hetgeen in de peuteropvang dus een groter knelpunt kan zijn. In die gemeenten zouden gemeenten maatwerk kunnen leveren