Nieuwsbericht

De intenties zijn goed maar de uitwerking bereikt niet de juiste mensen

Chris Bos
5 maart 2020 | 3 minuten lezen

Op 4 maart sprak de Tweede Kamer tijdens een Algemeen Overleg (AO) met minister Koolhaas over het SCP-rapport de Sociale Staat van Nederland 2019 én over reactie van het kabinet daarop.
Van tevoren heeft Sociaal Werk Nederland de Kamerleden al een pittige brief gestuurd over de verontrustende bevindingen van het SCP. Die bevindingen zijn trouwens niet nieuw en het kabinet probeert inmiddels ook iets te doen aan de groeiende kloof tussen kansarmen en kansrijken in Nederland. Echter: de uitwerking van die goede bedoeling bereikt nog niet de juiste mensen, aldus Sociaal Werk Nederland in de brief. Nodig is daarom een Deltaplan sociale wijken, want alleen een hechte coalitie van gemeenten, ondernemers, corporaties, politie, onderwijs, welzijnsorganisaties, maatschappelijke zorg en bewoners zelf, kan de neerwaartse spiraal in met name achterstandswijken doorbreken.

Hieronder de eerste alinea’s en in de bijlage de hele brief.

“In algemene zin gaat het goed met de kwaliteit van leven in Nederland (...).” Zo begint de kabinetsreactie (25 november 2019) op de Sociale Staat van Nederland 2019. Maar het kabinet vervolgt: “Tegelijkertijd concludeert het SCP dat er achterblijvers zijn: sommige mensen kunnen meekomen in een veranderende wereld of profiteren daar juist van; maar andere mensen kunnen niet aanhaken of raken hun aansluiting juist kwijt.
Dat veel mensen achterblijven – of zich zorgen maken over achterblijven – is een ontwikkeling die het kabinet zorgen baart. (…) Te veel mensen hebben het gevoel dat de overheid er niet voor hen is, blijkt ook uit protesten van de laatste maanden.”

Daarmee haakt het kabinet aan bij wat SCP-directeur Kim Putters al jaren stelt: ‘Nederland heeft een nieuw sociaal contract nodig om de hardnekkige kloof tussen de can’s en de cannot’s echt te verkleinen.’

In zijn reactie benoemt het kabinet vervolgens allerlei (investerings-)programma’s en thema’s, die zijn gekoppeld aan vier kansen die iedereen in Nederland zou moeten krijgen:

  • de kans om je te ontwikkelen
  • de kans op goed werk
  • de kans op invloed
  • en – nieuw in vergelijking met de vorige brief - de kans op een goede woning

Rond het thema ‘jeugd’ stelt het kabinet bijvoorbeeld “dat iedereen een eerlijke kans krijgt zich te ontwikkelen. Eigen inzet en talenten van kinderen moeten leidend zijn voor de onderwijsloopbanen van kinderen, niet achtergrond of opleidingsniveau van hun ouders. Dat stelt iedereen in staat wat van zijn leven te maken, maar maakt mensen bijvoorbeeld ook weerbaarder bij tegenslag en voorkomt criminaliteit onder kwetsbare jongeren.

De intenties zijn goed maar de uitwerking bereikt niet de juiste mensen
Maar wat hebben kinderen in achterstandssituaties aan programma’s als Voorschoolse Educatie nu blijkt dat veel ouders anno 2020 de weg naar voorschoolse educatie niet weten te vinden? Wat heb je aan het Actieplan Brede Schuldenaanpak als blijkt dat veel mensen uit schaamte over hun schulden bij niemand durven aankloppen en eindeloos het ene gat met de andere lening blijven vullen? En dat ze door die permanente geldstress een groter risico lopen op echtscheiding, depressie en dakloosheid?

Anders gezegd: de intenties van de programma’s zijn prima, maar de realiteit van duizenden bewoners met complexe problemen is dat de programma’s moeten worden vertaald naar concrete laagdrempelige vroeghulp in hun buurt. Ook de samenhang van de programma’s en de bijbehorende aanpakken moeten worden afgestemd in de wijken, want dáár moet uiteindelijk de integrale hulp voor multiproblematiek plaatsvinden.

Daarom vraagt Sociaal Werk Nederland het Rijk om zich meer te richten op een goed werkend randvoorwaardelijk systeem, en minder op de gedetailleerde inhoud van afzonderlijke programma’s. Zet gemeenten in de positie om deze op zich kansrijke programma’s in de buurten en wijken effectief en met de juiste professionals vorm te geven.

Bijvoorbeeld: zorg landelijk voor de juiste prikkels (bij zorgverzekeraars) en financiële middelen voor preventie. Want lokaal loopt de zorg vast: we moeten dus iets anders bedenken. Gemeenten moeten beloond worden als ze door preventie mensen uit de zorg houden. Verschuif een substantieel deel van de 90 miljard aan zorggeld naar preventie in buurten.

  • Lees verder in de bijlage…