Nieuwsbericht

HandjeHelpen begeleidt honderden stagiairs

Chris Bos
26 maart 2019 | 4 minuten lezen

Handjehelpen is in sociaalwerkkringen vooral bekend als vrijwilligersorganisatie. Maar Handjehelpen is ook al jaren een gerenommeerde stagebemiddelaar. ‘Jaarlijks brengen we ruim 2.000 koppelingen tot stand  tussen vrijwilligers en hulpvragers. Bij 55% daarvan zijn stagiairs betrokken.’ Hoe is dat zo gekomen? Wat zijn de voordelen ervan? Wie zijn die stagiairs en wat leren ze bij Handjehelpen? Praktijkcoördinator Wilma Louwerse legt het uit.

Misverstand
Van meet af aan had HandjeHelpen stagiairs over de vloer, maar tien jaar geleden werd het serious business. Er werd een apart stagebureau opgezet, inclusief een begeleidingsstructuur. Wilma Louwerse: ‘We kregen namelijk steeds meer “moeilijke koppelingen”, voor mensen met complexe hulpvragen. In veel gevallen past dat heel goed bij stagiaires van de opleidingen toegepaste psychologie, pedagogiek, verpleegkunde, creatieve therapie en social work. Voor eerste-, tweede en derdejaars, en zowel op hbo- als op mbo-niveau.’
En om meteen een mogelijk misverstand uit de weg te ruimen: ‘We leiden hen niet op tot vrijwilliger! Voor ons is het doel om deze studenten de kracht van informele zorg te laten ervaren, zodat ze daar later als professionals wat aan hebben. Bijvoorbeeld omdat ze dan precies weten voor welk type ondersteuning ze welke vrijwilligers kunnen inzetten.’
HandjeHelpen werkt vanuit de presentiebenadering. ‘Daardoor kunnen we ook steeds per hulpvrager kijken wat de vraag is en of wij daarop een antwoord kunnen bieden.’

Inbedding in het dagelijks leven
Koppelen is maatwerk, zeker nu dus bij steeds meer hulpvragers sprake is van meervoudige problemen. Wilma Louwerse: ‘Meestal komen bij hen al uiteenlopende professionals over de vloer. Onze stagiairs komen daar “het normale” brengen. Een voorbeeld? Een stagiair verpleegkunde kwam bij een gezin waarvan de vrouw allerlei klachten had; mede omdat ze recentelijk een stoma had gekregen. Daar schaamde ze zich enorm voor. Maar onze stagiair vond dat juist ontzettend interessant: “hoe werkt dat, hoe was de operatie, hoe bespreek je het met je man en je kind?”. Door die ongedwongenheid heeft deze vrouw haar stoma inmiddels geaccepteerd, dat is zo’n win-winsituatie. Let wel: de stagiair verricht dus zelf geen verpleegkundige handelingen, zij is er voor de inbedding in het dagelijks leven.’

De lessen van een netwerkstrategie
De stagiairs komen niet alleen bij gezinnen over de vloer. Wilma Louwerse: ‘Ze bezoeken ook veel alleenwonenden met een beperking: vroege dementie, psychiatrische problemen of een langdurige ziekte. Soms doen ze dat in hun eentje, maar bij echt ingewikkelde casussen gaan ze met z’n tweeën, of met een professional van Handjehelpen of een andere organisatie.’
Daarbij kijkt de stagiair steeds opnieuw naar het eigen handelen. ‘Wat werkt wel? Wat niet? Daarbij richten ze zich niet alleen op de hulpvrager, maar ook op diens netwerk en hoe ze dat kunnen inschakelen. Het is heel mooi als je bijdrage eindig kan zijn, bijvoorbeeld doordat iemand zijn familieleden, buren of vrienden durft in te schakelen.’

Maatwerk en intensieve begeleiding
Het grote aantal koppelingen stelt Handjehelpen in staat om voor vrijwel iedere stagiair de juiste plek te vinden. Wilma Louwerse: ‘De ene cliëntsituatie past goed bij verpleegkunde, de andere bij social work of pedagogiek. Per regio is er een stagespecialist die dat regelt.’
Voor de begeleiding is wekelijks 1 à 2 uur ingeruimd. De derdejaars hebben bovendien een aantal taken op het kantoor van Handjehelpen. Ook dan kunnen ze hun begeleiders aanschieten. De eerste- en tweedejaars hebben regelmatig intervisie, individuele gesprekken en stagebezoeken.’
De financiering komt voor 25% via projectgelden bij fondsen vandaan. ‘De andere 75% wordt betaald door de gemeenten waarvoor we werken. Dat zijn er pakweg twintig, vooral in de provincie Utrecht.’

Preventie betaalt zich uit
Gemeenten en zorginstellingen hebben baat bij de stagiairs informele zorg. Wilma Louwerse: ‘Ze vullen de professionals in de fórmele zorg aan. Daardoor kunnen hulpvragen kleiner blijven dan ze anders misschien zouden worden. En Abrona bijvoorbeeld gaat na of onze stagiairs hun medewerkers voor een deel van de tijd kunnen vervangen. Zij kunnen een hulpvrager helpen met heel praktische zaken, dat neemt de professional werk uit handen. Het ordenen van de post bijvoorbeeld. Dat kan echt een uitkomst zijn voor iemand die weinig overzicht over zijn leven heeft. De stagiair krijgt bovendien een inkijkje in het soort problemen waarop de hulpvrager stuit in het dagelijks leven.’
Dankzij de goede contacten van Handjehelpen met sociaalwerkorganisaties kan zo nodig ook specifieke expertise worden geraadpleegd. ‘Maatschappelijk werk, sociaal raadslieden, schuldhulpverlening. In Stichtse Vecht werken we bijvoorbeeld rond armoede en schulden nauw samen met Leef.’

Twee stagiairs
Annemijn
‘Ik doe social work. Als derdejaars heb ik momenteel vijf hulpvragers; twee uur per persoon. Onder anderen een jonge moeder met twee dochtertjes van verschillende vaders. Haar tweede man is net vertrokken, zodoende zit ze midden in een vechtscheiding. Ondertussen komen er al wel weer andere mannen over de vloer…’
‘Ze heeft een lichte verstandelijke beperking. Gisteren ben ik met haar mee geweest naar haar advocaat om een ouderschapsplan te tekenen. Dan wil ze wel weten waarvoor ze haar handtekening zet, maar het is ingewikkelde taal en ze kan haar hoofd er maar moeilijk bij houden. Zelf was ik nog nooit bij een advocaat geweest, dus voor mij was het ook nieuw.’
‘Ook bij andere cliënten kom ik trouwens in aanraking met heel andere dingen dan ik gewend was. Ik merk dat sommige mensen niet de kansen hebben gekregen die ík heb gehad. Dat is soms best frustrerend, dat sommige mensen zo veel tegenslag hebben.’
‘Wat ik geleerd heb? Zelfstandigheid; alleen op pad gaan. En daarover ook weer rapporteren aan het team en de begeleiders. En ik heb veel geleerd over de informele zorg. Als ik later bij een formele club kom te werken, zal ik altijd in mijn achterhoofd hebben: wacht eens, dit kan ook informeel. Je ziet hoe waardevol het is, gewoon het present zijn, dat neem ik zeker mee in mijn beroepspraktijk.’

Lia
‘Ik ben derdejaars toegepaste psychologie. Ik kom nu onder meer bij een vrouw van 26. Ze heeft epilepsie en autisme; ze kan niet praten en ze loopt moeilijk. Daarom heeft ze 24-uurs zorg. Ze woont bij haar moeder, die een heel team van hulpverleners heeft verzameld voor als ze zelf moet werken.’
‘Ik ben er vier uur op de dinsdagmiddag. Dan is haar vaste begeleider er ook, die kent haar al 14 jaar. Ik loop met haar mee en neem dingen van haar over. Spelletjes, puzzeltjes, darten. Met de cliënt communiceer ik vooral via plaatjes; ze wijst aan: naar buiten, spelletje doen. Ik praat terug, maar of dat binnenkomt is maar de vraag.’
‘Via haar heb ik in ieder geval geleerd hoe je woordeloos kunt communiceren. En hoe je bij iemand bepaald gedrag kan bekrachtigen, zodat ze bijvoorbeeld een puzzelstukje op de juiste plek legt. Sowieso kom je in deze stage heel veel te weten over hoe de verschillende professionals werken. En je ziet hoe de grens tussen formele en informele zorg steeds vager wordt.’
‘Maar het belangrijkste is wel dat je merkt wat het begrip “presentie” feitelijk inhoudt. Daar ga ik heel veel mee doen, ook buiten mijn stage om, in mijn dagelijks leven. “Er zijn” is vaak al genoeg om iemand te helpen.’