Nieuwsbericht

Deel 1 - Statushouders aan het werk: zeker, maar dat gaat niet vanzelf!

Marije van der Meij
7 januari 2019 | 7 minuten lezen

Gemeente Capelle aan den IJssel omarmt voorstel van Welzijn Capelle: een tweejarige pilot Inburgering Nieuwe Stijl, met intensieve begeleiding en een persoonlijk routeplan.

Ook voor nieuwkomers wordt betaald werk beschouwd als activerend en dé remedie tegen (taal)achterstand, eenzaamheid en allerlei andere problemen. Een belangrijk uitgangspunt voor minister Koolmees. Uit zijn recente plannen blijkt dat hij tegelijkertijd erkent dat nieuwkomers meer steun en sturing nodig hebben dan enkel het hebben van werk om succesvol te integreren. Vanaf 2021 zijn gemeenten aan zet om die integratie te begeleiden. Daarvoor krijgt iedere nieuwkomer een PIP (persoonlijk Plan Inburgering en Participatie).

Sociaal Werk Nederland is blij met het besef dat nieuwkomers meer steun en begeleiding nodig hebben. De ervaring vanuit sociaal werk in de wijken leert dat iemand vooral een stevige basis nodig heeft voor zijn dagelijks leven. Stap twee is werk vinden, en dat vraagt goede begeleiding en het opbouwen van een eigen (sociaal) netwerk in de wijk. Hoe doe je dit? Welke expertise en welke inzet moeten partijen daarbij bieden? Een kijkje in de keuken van Capelle aan de IJssel.

Werk voor statushouders: meer dan arbeidsintegratie
Projectleider Nicolette Lima (voorheen cliëntondersteuner participatie bij Welzijn Capelle) weet als geen ander dat toeleiden naar werk meer is dan simpelweg vacatures verzamelen voor een werkzoekende. Na een lange carrière op het terrein van arbeids(re)integratie vanuit voornamelijk de gemeentelijke organisatie, viel het haar op hoe moeilijk het voor statushouders is om hun talenten te koppelen aan de vraag op de arbeidsmarkt. Uit intern onderzoek bij Welzijn Capelle bleek er een grote groep eenzame en geïsoleerde nieuwkomers in Capelle te wonen over wie de welzijnsorganisatie zich zorgen maakt.

Nicolette Lima: ‘Daarom hebben we aangeklopt bij de gemeente. Ze erkenden volledig dat we een punt hebben. Wil je dat statushouders betaald werk vinden dan wel optimaal meedoen aan de Capelse samenleving? Dan is er meer nodig dan expertise van arbeids(re)integratie en een jaartje begeleiding.’

Er volgde een grondig onderzoek naar alle partijen die formeel en informeel bijdragen aan de inburgering van statushouders in Capelle. Welzijn Capelle kwam tot de conclusie dat een integrale bundeling van alle krachten nodig is voor een effectief en efficiënt inburgeringsprogramma. ‘Intensievere begeleiding maakt het bovendien minder vrijblijvend. Het vergroot de kans dat een statushouders uitgroeit tot een actieve en vitale burger die zijn of haar talenten kan benutten en bijdraagt aan de lokale samenleving.’
Vanuit de Participatiewet is de tegenpresentatie volledige medewerking van de statushouder, met alle rechten en plichten die daarbij horen.

Dit doet Capelle aan de IJssel
De gemeente keurde het door Welzijn Capelle ingediende voorstel goed: een tweejarige pilot Inburgering Nieuwe Stijl, met intensieve begeleiding en een persoonlijk routeplan. Nicolette Lima doet de pilot uit de doeken.

De doelgroep van de pilot zijn 40 statushouders, onder wie 20 nieuwkomers (maximaal 1 jaar in Capelle) en 20 oudkomers (1,5 jaar en langer in Capelle). Als eerste stap begeleiden de maatschappelijk begeleiders (vrijwilligers) van Vluchtelingenwelzijn de statushouders bij de basiszaken zoals huisvesting, uitkering, verzekeringen, gezinshereniging. Vervolgens komt de cruciale schakel in beeld: de casusregisseurs. Dit is een betaalde professional die ervaringsdeskundige is, die de taal spreekt van de statushouder en twee jaar zijn of haar begeleider is.
Na enkele maanden krijgen de kandidaten een brede (werk)intake door hun casusregisseur, die de statushouders gedurende het programma begeleidt. Er wordt vervolgens een integrale aanpak opgesteld met alle formele en informele partijen in Capelle: Sociale Zaken, Welzijn Capelle (Vluchtelingenwelzijn, buurtmoeders, maatschappelijk begeleiders, wijkteams en maatschappelijk werkers), Stichting Taalcoaching, bibliotheek, CJG, Sportief Capelle, basis- en middelbare scholen, ggz-instellingen, Lions, ENC, kerken, CMC, BCO-Unit Communicatie en Strategie, Economische Zaken, Werkplein, plaatselijke werkgevers en UAF/IDW/DUO.
Deze integrale aanpak wordt begeleid door de projectleider. Deze stuurt de casusregisseurs aan en zorgt voor samenwerking tussen de verschillende partijen. Per statushouder en binnen heel Capelle. De investering in die samenwerkingsverbanden resulteert in leer-/werkplekken bij bedrijven in de regio, praktische steun van bedrijven en serviceclubs (bijvoorbeeld de Lionsclub) en een goed afgestemd netwerk van organisaties. Dankzij deze integrale aanpak heeft iedere statushouder een goed gevuld weekprogramma.
De aanpak van het programma Inburgering Nieuwe Stijl Capelle staat voor de integratie van het gehele gezin. Ook de partners en kinderen worden meegenomen in het programma. Nicolette Lima: ‘De kinderen kunnen pas goed wortelen in Nederland als de ouders zo goed mogelijk integreren in de nieuwe samenleving. Daarom geven we extra aandacht aan de vrouwen, die vaak te lang achter de voordeur blijven. Zij doen vaak samen met de kinderen mee aan allerlei activiteiten, zoals wandelen met een wandel(taal)coach en zumbalessen.’

De casusregisseur is cruciaal
De spil in deze integrale aanpak is de casusregisseur. Dit zijn professionals met werk- en denkvermogen op hbo-niveau (denk aan SPH, MWD, Pedagogiek en/of Social Work). Een tweede vereiste is dat ze ervaringsdeskundige zijn op het gebied van immigratie. Bovendien worden casusregisseurs op basis van hun talenkennis gekoppeld, zodat statushouders ook in hun eigen taal contact kunnen maken.
Aan de hand van het plan dat de casusregisseur met de statushouder maakt, motiveert en begeleidt de casusregisseur de statushouder bij allerlei activiteiten die de taal- en talentontwikkeling ondersteunen: een taalcoach, een maatje en een taalstage (vrijwilligerswerk). Nicolette Lima: ‘Maar denk ook aan activiteiten als computerles, een cv opstellen, opvoeden in een andere cultuur, sportclinics, de training geldwijzer tot en met een “Tour de Capelle”.’ Ook is er aandacht voor het trauma dat de meeste statushouders hebben opgelopen. Hiervoor is een training in de maak.

Veelgemaakte fouten voorkomen
Nicolette licht toe dat arbeids(re)integratie – haar vak – sowieso een hele klus is. ‘Statushouders zijn een extra lastige doelgroep, omdat ze de taal vaak nog niet goed spreken en geen (officieel erkende) opleiding of werkervaring hebben. Veel mensen, en zeker ook ambtenaren, zien dat als een struikelblok en komen met deze cirkelredenering: “door hun gebrekkige taalbeheersing, culturele verschillen, geen werk, geen netwerk, kunnen statushouders niet inburgeren en integreren”. Dat is hetzelfde als zeggen dat iemand lang is omdat hij niet klein is. Die typerende kenmerken van statushouders zijn juist het onderwerp van integratie! Inburgeren is nou juist de taal leren, werk vinden, een netwerk opbouwen, enzovoorts.’
De aanpak van Welzijn Capelle is daarom veelomvattend en pakt die zogenaamde struikelblokken aan door intensieve begeleiding, ondersteuning en samenwerking met plaatselijke organisaties.

Een volgens Nicolette Lima veel gemaakte fout is statushouders met spoed naar betaald werk toeleiden, terwijl zij daar nog niet helemaal niet klaar zijn. Of werk aandragen dat inhoudelijk niet matcht met het persoonsprofiel. Ook ontbreekt vaak begeleiding voor statushouders én werkgever, zowel wat betreft verwachtingen als de bureaucratische kant). Dit resulteert vaak in korte, voor iedereen teleurstellende dienstverbanden.

Ook landelijke onderzoeken tonen dit aan. De arbeidsparticipatie van statushouders blijft op korte én lange termijn achter bij die van andere groepen. Volgens cijfers van het CBS uit 2018 blijkt dat slechts 11% van de volwassen asielzoekers die in 2014 een verblijfsvergunning kregen, tweeënhalf jaar later betaald werk heeft. Vijftien jaar na vestiging in Nederland is de arbeidsparticipatie van statushouders 57%, tegenover zo’n 80% voor autochtonen en 65% voor de overige niet-westerse bevolking.

Ook uit onderstaande cijfers blijkt hoe moeizaam integratie gaat:

Aanpak Welzijn Capelle: succesfactoren
Binnen zes maanden hebben al vijf van de 25 deelnemers aan het pilot-traject bij Welzijn Capelle een passende betaalde baan, met wederzijds vertrouwen in een duurzame arbeidsrelatie. Een mooi resultaat volgens deskundige Nicolette Lima. Wat zorgt voor dit succes? ‘Statushouders worden ondergedompeld in een weekvullend programma, afgestemd op ieders persoonlijke behoeften, mogelijkheden en competenties. Naast de verplichte taalopleiding (vaak twee à drie dagdelen) doen zij mee aan allerlei activiteiten: van Vluchtelingenwelzijn, (taal)maatjes, extra taalles, sport, wandelcoaching, trainingen over opvoeding en gezondheid tot leer-/werkstages. De taalstages en leer-/werktrajecten zijn zoveel mogelijk gematcht met iemands wensen en capaciteiten. Verder zijn er casusregisseurs, betaalde krachten. Zij krijgen zelf begeleiding vanuit het sociaal werk, staan dicht bij de belevingswereld van de statushouders, en begeleiden in de taal van de statushouder. De regie op de uitvoering is in handen van één organisatie, Welzijn Capelle.’

En haar eigen rol? ‘Dankzij mijn jarenlange ervaring en expertise in (gemeentelijke) arbeids(re)integratie kan ik de werelden van welzijn en werk combineren. Dat helpt enorm om te komen tot intensieve samenwerking en afstemming tussen alle partijen waarmee de deelnemers te maken krijgen.’

Hoe verhoudt de aanpak van Capelle zich tot landelijke (wetenschappelijke) inzichten?

Het SER-rapport “Vluchtelingen en Werk” (mei 2018) gaat over de belemmeringen van snelle en duurzame arbeidsintegratie van statushouders én de succesvolle elementen in hun ondersteuning. De door de SER genoemde succesvolle elementen komen sterk overeen met de aanpak van Capelle aan den IJssel:

  • Integratie vanaf dag één
  • Taalonderwijs als onderdeel van toeleiding en opleiding
  • Aanvullende ondersteuning en maatwerk
  • Doorlopende ondersteuning
  • Belang van een samenhangend beleid met betrekking tot taal, onderwijs en werk

Movisie komt tot een vergelijkbaar lijstje (in ‘Wat werkt bij de bevordering van arbeidsparticipatie van statushouders’, september 2018):

  • Taalvaardigheid: taalonderwijs kan het beste gecombineerd worden met werkervaring opdoen.
  • Opleiding, kennis en (werknemers)vaardigheden: in duale trajecten leren combineren met werken. Bijvoorbeeld: taal- en/of beroepsonderwijs als onderdeel van de werkdag op een bedrijf of opleidingstrajecten met stages op de werkvloer.
  • Sociaal netwerk: een nieuw en breed sociaal netwerk creëren helpt statushouders in de zoektocht naar werk.
  • Gezondheid en financiële problematiek: alertheid op, en erkenning van, fysieke en mentale gezondheidsproblematiek bevordert de arbeidsparticipatie. Dit vraagt maatwerk en casemanagement.
  • Relatie met werkgever: voor een goede match moet de werkgever goed geïnformeerd worden en maatwerk leveren. Een bemiddelaar die regelmatig contact heeft met werkgever en werkzoekende is daarbij essentieel.


Wordt de pilot van Welzijn Capelle straks gemeentelijk beleid?
In april 2019 evalueren Welzijn Capelle en de gemeente Capelle aan den IJssel de pilot. Het is vervolgens afwachten of deze aanpak gemeentelijk beleid wordt. Dat de gemeente hierover mag beslissen, is nieuw. Of beter: terug van weggeweest. De afgelopen jaren was inburgering iets van statushouders zelf, met eigen verantwoordelijkheid om dit vorm te geven en in te kopen. Minister Koolmees geeft gemeenten vanaf 2021 de regie op inburgering en integratie terug.

Gemeenten zijn daar blij mee, vooral omdat ze dan kunnen aansturen op een integrale aanpak (zie bijvoorbeeld het pleidooi hiervoor van de G40 en een uitzending van EenVandaag over de evaluatie onder gemeenten). Tegelijkertijd is “regie” niet zomaar de oplossing: wat betekent dat eigenlijk? Is dat op het niveau van financiering, monitoring, zelf uitvoeren, aansturen? Wat zijn hierin de geleerde lessen van de inburgering van vóór 2013? Toen was er immers volop regie. Ditzelfde geldt voor de belofte van de “integrale aanpak”: hoe integraal is integraal? Wat valt daar wel en niet onder? Hoe geef je integraliteit vorm: alles in handen van één (aansturende of ook uitvoerende) organisatie? Is dat een kwestie van goed afstemmen? En doe je dat dan parallel of volgordelijk?

Lering uit verleden en heden
Gemeenten krijgen een grote klus op hun bord. We mogen hopen dat gemeenten lering trekken uit het (eigen!) verleden en vooral uit het toenemend aantal onderzoeken dat inzicht verschaft in wat wel en niet werkt bij (arbeids)integratie van statushouders. En dat de reeds bestaande goede praktijken of pilots zoals die van Welzijn Capelle, gedeeld en benut worden.

Extra
De pilot in Capelle aan den IJssel is afgelopen zomer in het Algemeen Dagblad aan de orde gekomen vanwege een verkeerd gelopen samenwerking met een ondernemer. Lees hier het betreffende artikel, de rectificatie van Welzijn Capelle en de statushouders en de reactie van Sociaal Werk Nederland op de kwestie: ‘Capelse statushouders stopten hun werkstage niet zomaar’.