Nieuwsbericht

Onderzoek: De kernwaarden van kinderwerk

Chris Bos
20 november 2018 | 2 minuten lezen

Nog niet eerder focuste een masteronderzoek op het kinderwerk in Nederland. En dat werd hoog tijd vond, Klaas Blaak, jeugdwerker en coördinator bij Stichting Netwerk Hoorn. “Ik kom na analyse uit op drie kernbegrippen die de basis vormen voor het antwoord om mijn hoofdvraag: welke essentiële bijdragen kunnen de kinderwerkers van stichting Netwerk leveren aan het lokaal sociaal domein van de gemeente Hoorn? Deze kernbegrippen zijn: verbinden, versterken en voorkomen.”

Onderbelicht
Het Kinderwerk is een beetje het kleine broertje van het jongerenwerk, lijkt het. Klaas Blaak: “Kinderwerkers voeren hun werk uit in het domein Jeugdwelzijnswerk en leveren een bijdrage aan ontwikkelingskansen van jeugd in de leeftijd van 4 t/m 13 jaar. Het vak kinderwerk heeft al jaren te maken met een imago van 'leuke, enthousiaste activiteiten uitvoeren'. Dit in tegenstelling tot het jongerenwerk dat een veel beter en 'belangrijker' imago heeft. Dit komt doordat signalering en preventie, een van de kerntaken van het jongerenwerk, hoog op de politieke agenda staan.”

“Kinderwerkers doen hun werk in de preventieve, voorlichtende fase van datzelfde jongerenwerk. Je zou verwachten dat ze alleen al daarom als een belangrijke schakel in de doorlopende pedagogische lijn gezien worden.
Niets blijkt minder waar. Het kinderwerk staat in het steeds sneller veranderende sociaal domein onder druk. Kinderwerk is er zelden tot nooit in geslaagd om haar volwassen positie in het sociaal domein in te nemen.”

Onafhankelijke positie
Vandaar Klaas Blaaks onderzoek naar de meerwaarde van het kinderwerk in Hoorn. En om maar met zijn conclusie te beginnen: “Het kinderwerk is een onmisbare schakel binnen het lokaal sociaal domein van de gemeente Hoorn. Het verschilt van de andere ketenpartners, omdat kinderwerkers een onafhankelijke positie innemen in de leefwereld van kinderen en een laagdrempelig aanspreekpunt zijn voor zowel kinderen als hun ouders. Kinderwerkers hebben een verbindende, versterkende functie. Deze verbindende functie maakt het kinderwerk tot een sterke samenwerkingspartner.”

“Kinderwerkers opereren, veelal met inzet van vrijwilligers, in het vrijetijdsdomein van de jeugd en gaandeweg ook steeds meer onder schooltijd. Het kinderwerk stelt kinderen in staat om hun sociale vaardigheden te vergroten en hun netwerk uit te bouwen. Kinderwerkers ontmoeten de kinderen in hun eigen leefomgeving, vaak in hun vrije tijd. Door in die leefwereld contacten te leggen en met hen de relatie aan te gaan, krijgen we een goed beeld van de wensen en behoeften van kinderen.”

Maatschappelijke oefenruimte
“Kinderwerkers betrekken de kinderen, de samenwerkingspartners maar ook hun ouders bij het bedenken en uitwerken van oplossingen en bij het opzetten van een structureel aanbod van activiteiten. Door kinderen samen te laten werken, zorgen we ervoor dat kinderen leren met respect met elkaar om te gaan en zich aan afspraken te houden. Dit totale proces vergroot de participatie en zorgt ervoor dat kinderen serieus genomen worden.”

“Kinderen krijgen met deze manier van werken ‘maatschappelijke oefenruimte’ in het echte leven, zodat ze oefenen in actief burgerschap. Het accent ligt daarbij vaak op het versterken van de eigen kracht van kinderen.
Bovendien heeft het kinderwerk in Hoorn een preventieve en signalerende functie. Daarmee voorkomen we dat kinderen in een achterstandssituatie terechtkomen. En als ze daar al inzitten, kunnen we oplossingen bieden, zodat ze daar niet in blijven steken.”

Kinderwerken: laat je zien
Klaas Blaak besluit zijn masterthesis met een aantal aanbevelingen, waaronder deze aan het adres van kinderwerkers zelf. “Laat zien dat het kinderwerk meer in huis heeft dan het organiseren van activiteiten, wat nu prioriteit heeft. Maak steeds concreet wat je als kinderwerker doet in het proces van integraal werken. Verbinden, versterken en voorkomen zijn de sleutelwoorden als het gaat om het integraal werken met de samenwerkingspartners. Mijn aanbeveling aan de kinderwerkers is dan ook om te investeren in je samenwerkingspartners en ze steeds weer uit te dagen om samen het verschil te maken voor de kinderen in de wijk. Daarbij is het noodzakelijk dat je de nu nog vaak aanwezige ‘solo’ gerichte benadering loslaat en je overal waar mogelijk de samenwerking zoekt.”

Lees het hele onderzoeksverslag in de bijlage