Nieuwsbericht

Nieuwe serie The Rotterdam Project met dak- en thuislozen en Beau van Erven Dorens

30 oktober 2018 | 4 minuten lezen

In ‘The Rotterdam Project’, dat op dinsdag 30 oktober begint, krijgen de deelnemers elk een bankpas met 10.000 euro, vrij te besteden, plus een rood boekje met nummers om te bellen als er iets mis is. Het 06-nummer van de presentator staat er ook bij. “Dit is een programma over menselijke veerkracht”, zegt Van Erven Dorens. “Het gevecht van deze vijf mensen staat voor het grotere verhaal van tienduizenden daklozen in Nederland die elke dag worstelen om er weer bovenop te komen.”

De presentator werd soms woedend van de bureaucratie of van het schuldensysteem.
“Als ik minister was zou ik minstens tien dingen veranderen”, zegt hij geagiteerd. “Hoeveel zin heeft het om iemand die iets niet kan betalen een boete op te leggen? Dat leidt tot een nog hogere schuld, een peperdure rechtszaak en een incassoprocedure. Op het eind staat er iemand op straat en is de schuld nog steeds niet betaald. Zo schiet de samenleving zichzelf in de voet.” 

De hulpverleners complimenteren Van Erven Dorens ook met het feit dat hij problemen aan de kaak stelde. Eén deelnemer kreeg bijvoorbeeld geen uitkering, omdat de gemeente Amsterdam hem geen postadres gaf. Van Erven ­Dorens raakte zo gefrustreerd dat hij voor de camera in tranen uitbarstte – iets wat in meer afleveringen gebeurde. “Zo leverde hij op zijn manier kritiek op hindernissen waar wij als hulpverlener allang aan zijn gewend”, zegt Doef, “maar die je eigenlijk niet normaal moet vinden”.

Realiteit
De uitdagendste deelnemer is ongetwijfeld Patrick, zwaar verslaafd aan heroïne en crack. Hij leeft sinds jaar en dag op straat. “We hebben heel wat met hem te stellen gehad”, zegt Van Erven Dorens, die al driekwart jaar met het programma bezig is. “Een complete achtbaan was het.” Toch wilde hij per se iemand als Patrick tussen de deelnemers hebben, omdat nu eenmaal de helft van de Rotterdamse daklozen verslaafd is aan drugs, drank of medicijnen. Dat is de realiteit, en die moest in beeld komen.

Twee jaar geleden maakte de presentator een vergelijkbaar programma in de hoofdstad: ‘The Amsterdam Project’. Het werd genomineerd voor de zilveren Nipkowschijf. De jury roemde de integere aanpak en de betrokkenheid van de makers. En dat in een tijd waarin het genre hulp-tv nogal onder vuur lag. De programma’s zouden in veel gevallen misbruik maken van arme, kwetsbare mensen door bijvoorbeeld hun gebit en borsten te verbouwen en hen na afloop met de complicaties achter te laten.

Logisch dat ze bij het Leger des Heils in Amsterdam niet stonden te juichen toen de presentator in 2015 met zijn voorstel kwam aanzetten. De scepsis was groot. Ten eerste over de intenties, zegt directeur zorg Harry Doef. “Was het de bedoeling dat heel Nederland verlekkerd kon kijken naar de misère van daklozen op tv? Of wilden de ­makers de werkelijkheid laten zien en iets aan de kaak stellen?”

Nog een punt van twijfel: met zo’n tv-ploeg erbij konden hulpverleners zich onder druk gezet voelen om ­onaanvaardbare wensen van een kandidaat in te willigen. Dat mocht absoluut niet gebeuren.

Complexe werk
Ten slotte was het Leger des Heils kritisch over het format van het programma. Een dakloze 10.000 euro ­geven in dat hoop dat alles goed komt? Zo werkt dat niet, want er spelen vaak psychische problemen of een verslaving. “Als het programma de indruk zou wekken dat je daklozen eenvoudig kon helpen met alleen een pinpas, zou dat geen recht doen aan het vaak complexe werk dat wij dagelijks doen”, zegt Doef.

Van Erven Dorens moest daarom praten als Brugman om de hulpverleners te overtuigen van zijn goede ­bedoelingen. Hij slaagde glansrijk, ook doordat hij meeging om op straat deelnemers te zoeken. Daar had hij steeds snel een klik met de daklozen. Dat wekte vertrouwen. De hulpverleners begonnen in hem te geloven. Vervolgens was een A4’tje met afspraken voldoende om het avontuur aan te gaan.

De gepensioneerde Henk Dijkstra, destijds algemeen directeur van het ­Leger des Heils Amsterdam, is achteraf vol lof over Van Erven Dorens. “Hij heeft het geweldig gedaan. Zeldzaam gedreven en betrokken. En hij hield zich aan zijn woord. Dat is belangrijk in dit vak. Soms probeerde een cliënt ons tegen elkaar uit te spelen om iets ­gedaan te krijgen. Dan moet je van elkaar op aan kunnen. Dat ging heel goed.”

Het mooie is volgens de hulpverleners dat Van Erven Dorens alles liet zien: zowel de successen als de mislukkingen. In hun visie zijn twee of drie van de vijf deelnemers er duidelijk en blijvend op vooruitgegaan, onder wie Chayenne (zie kader). “Dat is in dit vak een heel mooie score”, zegt Dijkstra. Maar er was ook een deelnemer die een woning en droombaan als chauffeur kreeg en alles weer kwijtraakte. Een andere deelnemer vluchtte zijn nieuwe huis uit, bang dat schuldeisers hem daar weer wisten te vinden. De beruchte ­‘terugval’. Zo kregen kijkers inderdaad de werkelijkheid te zien, geen gepimpt verhaal.

De hulpverleners complimenteren Van Erven Dorens ook met het feit dat hij problemen aan de kaak stelde. Eén deelnemer kreeg bijvoorbeeld geen uitkering, omdat de gemeente Amsterdam hem geen postadres gaf. Van Erven ­Dorens raakte zo gefrustreerd dat hij voor de camera in tranen uitbarstte – iets wat in meer afleveringen gebeurde. “Zo leverde hij op zijn manier kritiek op hindernissen waar wij als hulpverlener allang aan zijn gewend”, zegt Doef, “maar die je eigenlijk niet normaal moet vinden”.

Bureaucratie
De betrokkenheid eiste af en toe zijn tol. Dan zat de presentator samen met zijn eindredactrice te huilen, uit wanhoop. Hij had zo’n intensief contact met de deelnemers dat ze een soort familie werden. En dat is zo gebleven. Nog steeds bellen ze elkaar geregeld, soms drie keer per week.

Of het programma echt heeft geholpen, valt volgens de presentator moeilijk te zeggen. Deelneemster Chayenne doet het in elk geval geweldig, maar zij was er zonder het programma misschien ook wel gekomen. Toch heeft Van Erven Dorens het idee dat de liefdevolle aandacht voor mensen die die aandacht al zo lang misten, positief heeft uitgepakt.

Bij het Leger des Heils in Amsterdam denken ze er net zo over. Ze zijn blij dat het programma in Rotterdam op herhaling gaat. Mooie tv, zeggen ze. Het programma heeft bovendien de stigmatisering verminderd en de dakloosheid een menselijk gezicht gegeven. Dijkstra: “En dankzij de ervaring uit Amsterdam kan het resultaat alleen maar beter worden.” Lees het hele artikel verder op de website van Trouw. 

‘Het Rotterdam Project’, vanavond, RTL4, 21:30 uur.