Nieuwsbericht

Stijging jeugdhulpgebruik vraagt om extra inzet op preventie

Chris Bos
9 mei 2018 | 2 minuten lezen

Volgens de nieuwe CBS-cijfers is het aantal jongeren dat jeugdzorg ontvangt aanzienlijk gestegen. Met name het aantal jongeren dat is geholpen door een wijk- of buurtteam is gegroeid van 36,5 duizend in 2015 naar bijna 82 duizend in 2017. Ook doen meer jongeren een beroep op jeugdhulp met verblijf: van 40,5 duizend in 2015 naar 46,3 duizend in 2017. Tom van Yperen, expert bij het Nederlands Jeugdinstituut, noemt de stijging enorm. 'In 2016 kreeg een op de tien jeugdigen jeugdhulp, in 2017 is dat er een op de negen geworden.'

Vertekend beeld?
Volgens Van Yperen is er geen eenduidige verklaring voor deze stijging. Een aantal factoren kan ervoor zorgen dat de cijfers een vertekend beeld geven. Zo werd voorheen lichte opvoedhulp niet meegeteld als jeugdhulp. Maar als deze vorm van ondersteuning nu vanuit het wijkteam komt, wordt het wél geregistreerd als jeugdhulp.
Dat geldt ook voor de jeugdhulp die tegenwoordig in verschillende regio's via het onderwijs wordt geboden wordt, terwijl dat vroeger werd gedaan door het schoolmaatschappelijk werk, wat niet werd meegeteld.
Bovendien zijn er jongeren die in 2015 en 2016 jeugdhulp met verblijf kregen en nu gebruikmaken van de relatief nieuwe mogelijkheid om een abonnement te krijgen op respijtzorg. Dat betekent dat zij met tussenpozen kortdurend een beroep doen op jeugdhulp met verblijf.

Meer cliënten aan de poort
Toch is de stijging hoog, vindt Van Yperen. Het verbaast hem niet dat deze stijging zich aftekent drie jaar na de transitie van de jeugdhulp naar gemeenten. 'Dat kan een deel van de verklaring zijn. De relatief nieuwe wijkteams opereren dicht bij gezinnen en signaleren daardoor eerder en meer problemen. Hierdoor krijgen meer kinderen in een vroeg stadium jeugdhulp.’

Meer inzet op preventie
Hoe dan ook vragen deze cijfers om een stevige inzet op preventie, volgens Van Yperen. Uit de eerste evaluatie van de Jeugdwet kwam al naar voren dat gemeenten hier naar eigen zeggen nog nauwelijks aan toegekomen zijn. 'Begrijpelijk, maar wel een belangrijk punt van aandacht', vindt Van Yperen. 'We moeten voorkomen dat kinderen jeugdhulp nodig hebben. En als dat bij sommige kinderen niet lukt, moet die jeugdhulp zo licht en zo thuis mogelijk zijn. Het Actieprogramma Zorg voor Jeugd voorziet met name voor dit laatste in een goede aanpak. Dat geldt nog niet voor een visie op preventie en de uitwerking daarvan in een vergelijkbaar aanvalsplan. Het ministerie van VWS komt binnenkort wel met een beleidsnotitie over een kansrijke start en een preventieakkoord. De vraag is echter of het voorkomen dat jeugdhulp nodig is, daarin een prominente plek krijgt.'
Net als het NJI is Sociaal Werk Nederland een van de partijen die zeker na de evaluatie van de Jeugdwet pleit voor meer preventie en transformatie.

In gesprek over het verhaal achter de cijfers
Van Yperen benadrukt dat cijfers niet alles zeggen. De oorzaken van de groei in jeugdhulpgebruik kunnen per regio verschillen, bijvoorbeeld vanwege de samenhang tussen armoede en zorggebruik. 'Gemeenten die een verklaring zoeken voor het jeugdhulpgebruik binnen hun gemeentegrenzen moeten goed kijken naar het verhaal áchter de cijfers en het gesprek aangaan met alle relevante partijen: voorzieningen maar ook zeker vertegenwoordigers van cliënten. Dat geeft niet alleen inzicht maar ook aanknopingspunten om een lokaal preventief jeugdbeleid handen en voeten te geven.'