Nieuwsbericht

Transities: pas op voor oude zorg in nieuwe zakken

Monique Kaasjager
16 september 2014 | 3 minuten lezen

De grootste stelselwijziging ooit in het sociaal domein vindt plaats. Deze transitie naar gemeenten ontaardt op dit moment echter in een verschuiving van (zorg)taken naar gemeenten op de oude manier. Met nóg meer bureaucratie, ingewikkelde aanbestedingsprocedures, nieuwe protocollen, regels en modellen voor de inrichting van dat sociaal domein.

De dagelijkse lichte ondersteuning voor burgers is buiten beeld geraakt, en die burger staat straks met z’n participatieopdracht in de kou.

Participatie moet wel kúnnen.
Meedoen in de samenleving moet meer zijn dan een holle frase.  Dat geldt met name voor de kwetsbare burgers die altijd een vorm van steun nodig zullen houden. Door fysieke en psychosociale problemen, armoede en schulden, lopen ze het risico buiten de boot te vallen. Deze kwetsbare burgers hebben goede professionals nodig, die de competentie hebben om mensen in het dagelijks functioneren te versterken, stimuleren, ondersteunen. Dat werkt preventief en dan krijgt ‘regeren is vooruitzien’ inhoud.

Meer zelf doen moet je organiseren en faciliteren.
De kanteling van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving moet bewerkstelligen dat we met minder geld meer samen zelf doen. Want zorg is duur. En toch legt het beoogde ‘organiseren van ondersteuning voor burgers dichtbij’ het nu al af tegen de reflex van de politiek en belangenorganisaties om risico’s te mijden en zekerheden veilig te stellen. We zien nu dat steeds meer aanvullende maatregelen op de nieuwe wetgeving worden ingebouwd.

Slim samenwerken en nieuwe oplossingen bedenken
Transformatie is ook niet hetzelfde als zorgprofessionals ‘naar de wijk’ halen. Continuïteit van zorg en ondersteuning betekent niet dat het alleen maar op de oude manier kan. Het gaat om nieuwe oplossingen, om slim samenwerken en versterken van de in de wijk al aanwezige burgerkracht en expertise van het sociaal werk. De overheid rekent nu teveel op proactieve mondige burgers die op 'eigen kracht' van alles zelf gaan regelen en overnemen. Vrijwilligers zijn fantastisch, maar ook strucurele vrijwillige ondersteuning en bewonersinitiatieven, hebben ondersteuning, begeleiding en opleiding nodig en moet je op gang helpen. 

Sociaal Werk Nederland (toen nog: De MOgroep) roept het kabinet en gemeenten dan ook op om te gaan investeren in de Transformatie. Niet repareren, maar transformeren. Investeer in kennisontwikkeling en vakmanschap voor het sociaal domein en sociaal werk. Maak werk van de transformatie.

Marijke Vos, oud-voorzitter Sociaal Werk Nederland: “Door de transities verschuift er 8 miljard, grofweg een kwart van de rijksuitgaven in het sociaal domein, naar gemeenten. De cruciale rol van preventief werken en sociaal werk in een buurt staat nu, bij de transities, zelfs bij gemeenten onder druk. Snel handelen en met lichte hulp voorkomen dat sociale problemen zware zorg(en) worden, is wat sociaal werk beoogt. Het advies van de Gezondheidsraad in Sociaal werk op solide basis, is glashelder over de cruciale rol van de sociaal werker bij de transformatie: in een lokale setting zijn de sociaal werkers degenen die van professionele zorg weer zorg-voor-elkaar maken. Daarin moet geïnvesteerd worden.”

Sociaal Werk Nederland roept kabinet en politiek op om - aansluitend op het advies van de Gezondheidsraad - een stimuleringsprogramma Maatschappelijke ondersteuning mogelijk te maken. Een dergelijk programma kan het sociaal werk en daarmee de transformatie een solide basis geven. Zodat ondersteuning van kwetsbare burgers echt van de grond komt. 30 Miljoen voor kennisontwikkeling en vakmanschap van de sociaal werker is dan minstens nodig.

Zie in de bijlagen het Pamflet 'Niet repareren, maar transformeren. Met 3 randvoorwaarden voor hervorming van het sociaal domein. 

Achtergrondinformatie
12% Van de bevolking is aangewezen op ondersteunende voorzieningen als Wwb, Wajong, thuiszorg, jeugdhulp. 3% van de bevolking heeft meer of ernstige problemen en specialistische of meervoudige hulp nodig. Dat laatste betreft ongeveer de helft van het totale budget in het sociale domein.
2,2 miljoen nederlanders heeft een IQ lager dan 60. Een half miljoen kinderen groeit op in een gezin met verslavingsproblematiek en/of GGZ-problematiek. 1,1 miljoen huishoduens heeft problematische schulden. 650.000 kinderen in NL groeien op in een gezin dat leeft rond/onder de armoedegrens. 

Complexe problemen werken door op alle gebieden van het sociale domein. Het gaat om problemen die te maken hebben met het voeren van een huishouding (fysieke beperkingen, hygiëne, wooncomfort), het voorzien in het bestaan (armoede, werkloosheid, schulden), het opvoeden van kinderen (pedagogisch onvermogen, verwaarlozing of mishandeling van kinderen), psychisch-sociale problemen (depressies, verslavingen), gezonde leefstijl en gezondheid, en samenlevingsproblemen (spanningen, huiselijk geweld). Hier zouden gemeenten integrale op maat gesneden oplossingen en efficiencywinst moeten boeken.

Zie hier het bericht over het advies van de Gezondheidsraad.