Nieuwsbericht

Gemeenten en sportclubs krijgen arme jeugd niet aan het bewegen

3 mei 2021 | 2 minuten lezen

Kinderen/jongeren van ouders met een laag opleidingsniveau en met lage gezinsinkomens sporten minder. Hoe hoger het opleidingsniveau en/of inkomen, hoe hoger de wekelijkse sportdeelname. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut naar het verband tussen sport- en beweegdeelname en het sociaaleconomische milieu waarin kinderen opgroeien.

Onderscheid tussen sporten en bewegen
Bij jongeren (12-17 jaar) is eenzelfde verband niet alleen te zien bij sporten, maar ook bij bewegen: jongeren met lage gezinsinkomens voldoen minder vaak aan de beweegrichtlijnen dan jongeren met hoge gezinsinkomens. Bij kinderen (4-11 jaar) is dit juist andersom: kinderen van hoogopgeleide ouders voldoen minder vaak aan de beweegrichtlijnen dan kinderen met lager opgeleide ouders. Verklaringen hiervoor zijn te vinden in het beweegpatroon: kinderen van ouders met een laag inkomen/lage opleiding sporten dan wel minder vaak, maar spelen juist weer vaker buiten en lopen/fietsen vaker.

Beweeggedrag van huis uit meegekregen
Het verschil tussen de verschillende inkomens- en opleidingsgroepen komt onder andere door de zogeheten ‘beweegsocialisatie’: kinderen krijgen van huis uit beweeggewoontes mee. Omdat volwassenen met een lage sociaaleconomische status zelf ook minder sporten en bewegen dan leeftijdsgenoten, geven ze deze gewoonten door aan hun eigen kinderen en andere kinderen die dicht bij hen staan.

Jong geleerd is iets ouder gedaan
De gewoonte om te sporten lijkt in de kindertijd te worden ingezet en vervolgens als tiener in stand te blijven: jongeren met een hoger gezinsinkomen zeggen vaker hun hele leven te hebben gesport. Bij deze groep lijkt sport op zo’n manier onderdeel geworden van hun wekelijkse ritme dat deze gewoonte op de langere termijn in stand blijft, terwijl het beweeggedrag van kinderen uit groepen met een lage sociaaleconomische status minder goed standhouden.

Deze resultaten blijken uit een onderzoek van het Mulier Instituut, waarbij gebruik is gemaakt van de data uit de Gezondheidsenquête en de Leefstijlmonitor – aanvullende module Bewegen en Ongevallen. Deze analyse is uitgevoerd met behulp van het RIVM in het eerste kwartaal van 2021, met steun van Kenniscentrum Sport & Bewegen (KCSB) en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Lees het rapport ‘Sport- en beweeggedrag van kinderen en jongeren naar sociaaleconomisch milieu’.
Zie ook de infographics ‘Beweeggedrag jeugd naar sociaaleconomisch milieu’
Beluister het Radio1 gesprek: miljoenen krijgen arme kinderen niet aan het bewegen. 
Opgroeien en opvoeden in armoede, Nji, 2018. 

Neem voor meer informatie contact op met Wikke van Stam van het Mulier Instituut.