Nieuwsbericht

Kansen voor élk kind? Start vroeg! Opiniestuk in Volkskrant van oa Sociaal Werk Nederland

19 maart 2021 | 2 minuten lezen

Juist nu van groot belang: een kansrijke start voor álle kinderen
In de huidige pandemie wordt het extra duidelijk: kinderopvang en onderwijs zijn cruciale sectoren. Tijdens de lockdowns boden we een veilige haven voor kwetsbare kinderen en vingen we kinderen op met ouders in vitale beroepen, zodat zij aan het werk konden. Kinderen zijn gelukkig geen “levende enkelbandjes” meer. Kinderopvangorganisaties en scholen doen graag waar ze goed in zijn: een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen.

Onderzoeken en krantenkoppen buitelen over elkaar heen: de kansenongelijkheid neemt door de impact van de pandemie schrikbarend toe. Om dit tegen te gaan heeft het kabinet voor het onderwijs een Nationaal Plan gepresenteerd. Hierin is aandacht voor voorschoolse educatie vanaf twee jaar. Kinderopvang is echter goed voor álle kinderen. Alle kinderen van nul tot twaalf jaar verdienen maximale ontwikkelkansen, of hun ouders nu werken of niet. Inclusieve voorzieningen, waarin kinderen samen leren, spelen en zich ontwikkelen, leveren een bijdrage aan het vergroten van gelijke kansen voor ieder kind, gaan segregatie tegen en dragen bij aan burgerschapsvorming. We weten al langer dat het voor kinderen die met een achterstand aan de basisschool beginnen, het onmogelijk is deze nog in te halen.

In de Scenariostudie Vormgeving Kindvoorzieningen (SVK) verkent het kabinet scenario’s voor een stelselherziening. Wij hebben hier als kinderopvang, onderwijs, jeugdhulp, gemeenten en sociaal werk gezamenlijk op gereageerd: we zien het als een belangrijke stap vooruit dat de rapportage  het toegangsrecht voor álle kinderen van 0 tot 12 jaar tot de kinderdagverblijven, BSO en gastouders adresseert.

De coronacrisis onderstreept dat kinderopvang, primair onderwijs, sociaal werk, jeugdhulp en gemeenten, in een goede onderlinge afstemming en samenwerking de beste dienstverlening kunnen leveren aan kind én ouder. Het is belangrijk dat belemmeringen die samenwerking tussen deze partijen in de weg staan, zoals aparte vormen van toezicht en verschillende financiering, worden weggenomen. De mogelijkheid om kindcentra te vormen waarin de genoemde partijen nauw samenwerken en de gelijkwaardigheid van alle betrokken partijen wordt geborgd, moet wettelijk worden verankerd door een nieuw kabinet

Het valt niet meer te ontkennen: het huidige stelsel moet rigoureus op de schop. Het is versnipperd, ontoegankelijk en zit financieel ingewikkeld in elkaar. Met als zichtbaar gevolg de ondervertegenwoordiging van kinderen van laag opgeleide ouders. Er komt een hoop administratieve rompslomp bij alle verschillende regelingen kijken en het is complexe materie voor ouders, kinderopvanginstellingen en gemeenten.

Dat dit voor ellende zorgt, heeft de toeslagenaffaire pijnlijk duidelijk gemaakt. Het huidige kabinet heeft in hun reactie op de toeslagenproblematiek aangegeven dat ‘de stap naar een ander stelsel noodzakelijk is’. Wij zijn het hier zeer mee eens. Een stelselwijziging moet volgens ons allereerst het belang van het kind voorop stellen, zodat alle kinderen bereikt worden. Daarnaast is een vorm van directe financiering voorwaardelijk,  zodat terugvorderingen tot een minimum worden beperkt en het systeem begrijpelijk wordt voor ouders.

Er is een goede mix nodig tussen aanpassingen aan het stelsel op de korte termijn en de stip op de horizon voor de lange termijn, maar het is nú tijd voor verandering. Kinderopvang, onderwijs, jeugdhulp, sociaal werk en gemeenten slaan de handen ineen en roepen het nieuwe kabinet op álle kinderen een kansrijke start te geven en tot een nieuw, toekomstbestendig stelsel te komen.

Rinda den Besten (PO-Raad), Eric van der Burg (Sociaal Werk Nederland), Leonard Geluk (Vereniging Nederlandse Gemeenten), Gjalt Jellesma (Belangenvereniging Ouders in de Kinderopvang), Felix Rottenberg (Brancheorganisatie Kinderopvang), Gijs van Rozendaal (Kindcentra 2020), Hans Spigt (Jeugdzorg Nederland) en Loes Ypma (Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang).

Dit artikel verscheen in de volkskrant op de opiniepagina, 19 maart 2021